The next big thing

(Origineel geschreven begin mei.)

Een verrassende, maar geweldig fijne aankondiging van Scroobius Pip herinnerde mij eraan dat het ook tien jaar geleden is dat ik met deze website begon. Tien jaren waarin ik voortdurend van huis, van werk of van gezelschap veranderde. Een website die mij nieuwe vrienden heeft opgeleverd en meer ruzies dan me lief zijn, waaraan ik een soort van carrière te danken heb die even plots opflakkerde als daarna weer is uitgedoofd.

(meer…)

Een zondag in mei, overal in Vlaanderen

I.

Een oudere man in een geruit kostuum komt de kerk binnen. Zijn linkermouw is helemaal nat en in dat ene beeld zie ik voor me hoe hij de hele weg van de auto naar de ingang de paraplu heeft gedragen, niet om zichzelf, maar om in de eerste plaats zijn vrouw uit de regen te houden.

II.

Een andere man zoekt de beste plaats aan de deur om foto’s te kunnen nemen van de kinderen bij hun intrede. Wanneer een tweede fotograaf zich naast hem opstelt, met een dubbel zo grote camera en een betere flitser, heeft hij geen oog meer voor wat er in de inkomhal gebeurt. Er zijn enkel nog jaloerse blikken opzij.

(meer…)

(geen titel)

Er zijn die twee prentjes die je al van op de lagere school te zien krijgt, om je te leren wat de goede en de foute manier is om zware voorwerpen van de grond te tillen. Door de knieën: goed, groen vinkje. Door de rug: fout, groot rood kruis. Eén keer niet meer aan die prentjes denken in je volwassen leven volstaat om drie dagen op rij op de grond te moeten zitten omdat kussens te zacht zijn en je enkel nog voorover gebogen te kunnen voortbewegen.

(meer…)

The end till the end

Op de avond waarop Barcelona met 6-1 won van Paris Saint-Germain, was ik een stuk over voetbal aan het schrijven. De laatste keer dat ik tijdens een voetbalwedstrijd zat te werken, was drie jaar geleden. Ik had die dag een prijs gewonnen. Na de uitreiking was ik laat thuisgekomen, maar moest ik nog iets korts schrijven over de man naar wie de prijs was vernoemd, voor de volgende dag op de radio. Terwijl felicitaties en haatberichten binnenstroomden via het internet, hield Anderlecht PSG op 1-1. Ik zette het geluid van de televisie af zodat ik het tekstje kon inspreken. Toen het journaal begon, zag ik mijzelf.

Achteraf gezien denk ik: het was die avond waarop alles begon fout te lopen, waarop mijn lichaam moe werd, mijn werk nergens meer naartoe zou leiden en iedereen begon weg te gaan. Alles was zo anders toen. Ik woonde in een lelijke flat op een oude boerderij en Moussa was er nog niet en Thomas Blondeau leefde nog.

Ik typte aan mijn stuk over voetbal, vorige week, en Barcelona deed wat niet meer van ze werd verwacht — al was na twee minuten al duidelijk dat het wel eens zo’n avond zou kunnen worden. ‘Zie je wel,’ dacht ik, ‘elf mannen samen hebben zich hier uit een veel meer uitzichtloze situatie teruggevochten, dus waarom zou het mij dan niet lukken?’ Ik moet me alleen maar af en toe heel opzichtig laten vallen.

Orbiting your living room

Na een behoorlijk lange radiostilte — en ik beloof dat ik dit niet als woordspeling bedoel — ben ik deze week opnieuw iedere dag te horen in het middagjournaal van Nieuwe Feiten op Radio 1. Iedere dag om iets voor één, in uw auto of via de website van het programma. Na afloop komen alle afleveringen daar ook online.

Just this heart, deep and true

Ik wilde het niet horen vanmorgen. Ik wilde niet zo bruusk deze nieuwe wereld in. Ik wilde half wakker uit bed rollen, het kacheltje aanzetten in de badkamer zodat zij het warm zou hebben tijdens het klaarmaken, en dan nog even verder slapen.

Ik wilde niet opstaan en niet horen wie er wat allemaal van vond.

Dat duurde een half uurtje. Daarna begon ik aan de dag. Ik ruimde op, stapte de auto in, kwam terug en poetste het hele huis. Ik dacht niet te veel na over wat er was gebeurd en zo zal het wel de meeste dagen gaan.

Soms schoot het mij opnieuw te binnen, maar ik sprak erover met niemand. Ik was vergeten — neen, ik was het niet vergeten, ik had het onderschát — hoe graag mensen het bestaande kapot willen maken van zodra ze geen enkele andere oplossing meer zien. Ik had het nochtans moeten weten, ik heb het zo vaak zelf gedaan.

Bij Hanneke las ik:

Ik wil hier blijven.
Ik wil dat iedereen elkaar liefheeft.
Ik heb een kinderlijk verlangen dat iedereen elkaar liefheeft.

Ik wil dat iedereen elkaar liefheeft. Ik wil kinderen die ik kan liefhebben en die zelf ook vinden dat liefhebben het allerhoogste is.

Wij zijn niet de zwaksten in Amerika. Wij komen de volgende vier jaren zonder al te veel kleerscheuren door. Maar we moeten wel af van het klimaat dat ons naar deze dag heeft geleid en waar wij ook zelf middenin zitten. Ik heb te veel te verliezen om mij daarvan niets aan te trekken, zoals een kamer met een kacheltje en iemand die het graag warm heeft wanneer ze opstaat.