If you mean it at the time

Afgelopen woensdag zat ik in Leuven risotto te eten met iemand die vroeger columns schreef, maar zich daar net zoals ik nooit echt goed bij heeft gevoeld. Ik denk dat wij geen van beiden onze mening belangrijk genoeg vinden om die aan duizenden anderen tegelijk op te dringen, zelfs niet wanneer wij weten dat we het bij het rechte eind hebben. Allebei zijn wij erg jaloers op Joost Vandecasteele, die dat wel durft, precies omdát hij het altijd zo juist ziet allemaal.

Ook al probeer ik optredens  tegenwoordig  te vermijden, ik maak graag een uitzondering voor artiesten die zinnige dingen te vertellen hebben en zich daarin niet laten tegenhouden door een publiek.

Al heeft die ongeremdheid ook haar nadelen: B. Dolan  wees vanop het podium mijn richting uit en verweet mij dat ik een hipsterbril droeg. Bovendien moet hij hebben gedacht dat ik een liberaal was of zo, want hij riep iedereen op om tijdens het volgende nummer mijn portefeuille te komen pikken. Opeens voelde ik mij Angela Merkel in een zaal vol Griekse sukkelaars, die ik maar beter kon vergoeden voor hun ongeluk als ik ooit nog één blik op hun fucking blue water  wilde werpen. Wie weet hoe B. Dolan eruit ziet, begrijpt dat ik het in mijn broek deed, en al helemaal niet durfde te antwoorden dat ik  meer links ben dan Google en dat het weinige geld dat ik verdien alleen maar naar mooie dingen gaat.

Nadat de revolutionaire sfeer was weggeëbd, kwam Scroobius Pip op. Hij speelde Astronaut, wat normaal gezien nooit gebeurt, en ik moest bijna janken maar dat kwam door de rook uit het rookmachien – of dat is tenminste wat ik hier beweer. De echte reden durf ik niet te vertellen in het openbaar.

Play museums like some dilettante

Zoals met alles, heb ik ook heel lang getwijfeld of ik nog een tweede keer zou meedoen aan  De werkplaats verschuift. Of ik wel tijd had, of ik daar wel op mijn plaats zou zitten, of ik wel zin had om mensen te zien.

Op het laatste moment heb ik dan toch toegezegd. Nu zaterdag zal ik vanaf 14 uur aan de werktafel zitten in galerij  Anversville (Wolstraat 33, Antwerpen). Ik zal er wat meer literaire  hourly comics tekenen, of iets helemaal anders doen. Later op de avond gaat het feest verder zonder mij. Kom langs, alstublieft.

I could go there, but I’m not going

Ik verkocht mijn auto op de dag dat Rundskop genomineerd werd voor een Oscar. Ik volgde de persconferentie op mijn bureau, over het internet, en hoorde het gejuich van mijn collega’s die beneden ook zaten te kijken. Niet veel later stond de inkomhal vol journalisten die de inderhaast bijeengeroepen persconferentie wilden bijwonen. Vanaf dan zou ik het grote nieuws ieder half uur op de radio horen: vlak voordat ik vertrok op het werk, toen ik thuis binnenkwam om mijn sleutels op te halen, op de achtergrond bij het ondertekenen van het contract in de tweedehandsgarage.

(meer…)

Hourly Comic Day

Woensdag één februari was Hourly Comic Day, naar het voorbeeld van de zo fantastische John Campbell. De bijdragen van mijn andere grote helden Anthony Clark en Geertje Simonis staan respectievelijk hier en hier, de mijne vinden jullie hieronder:

                           

Voorjaarsgedicht

Deze lente gaat het toch weer
over jou hoewel ik er langzaamaan
wel moe van ben

moe van regen, wind, flarden
bedrieglijk blauw in de lucht,
vage beloften van het einde
van de kou.

Ik weet wel dat ik toch weer
van je hou, maar moeizaam soms,
met dat doelloze

van vogels die er van lijken
te houden in regen en wind
te blijven rondhangen
boven het land.

Meer uit liefde voor  traditie  dan uit liefde voor poëzie. Ik hou wél van Kopland.