She was only made of flesh and blood

Ik had nog ongeveer een uur tussen het werk en het eten. Alle terrassen en parken zaten vol, dus zocht ik mij een plek op een kleine bank aan het meest schaduwrijke plein van Brussel. Ik begon in Just Kids van Patti Smith. Mensen liepen af en aan, af en toe kwam er een oud vrouwtje naast me zitten met een volle boodschappentas, tot ze weer genoeg energie had verzameld om door te lopen. Op een bank tegenover mij, zo’n vijftien meter verderop, zaten vier ongeschoren mannen in mouwloze shirts. Ze dronken bier en schreeuwden tegen elkaar en naar de jonge meisjes die hen passeerden.

(meer…)

Lieve M.,

Vanmorgen wilde ik stoppen met alles. Geen deadlines meer, niet haasten, niet wachten, geen angst. Gewoon één job, zoals iedereen: elke dag naar Brussel en ’s avonds een boek en wat tv. Op gezette tijden een citytrip. Weekends die weekends zijn en waarin niemand iets van mij verwacht – vooral ikzelf niet.

(meer…)

Every girl is the end of the world for me

Er bestaan leukere dingen dan tussen het werk en twee uren van geforceerde ontspanning door nog naar Aarschot te moeten, dus troostte ik mijzelf door op de bus Every girl is the end of the world for me van Jeffrey Brown te lezen. Een in elk opzicht briljant boekje, ware het niet dat Brown in de credits, dus nog vóór de eerste pagina, al schrijft dat de titel een leugen is. “Fok jij dan maar op met je stripje”, dacht ik bij mezelf, maar las toch knarsetandend verder.

(meer…)

…and whoa, my nights are so long.

Er waren verschillende soorten tiramisu en muziek van Clouseau op de achtergrond. Rondom mij werden drie of vier gesprekken tegelijk gevoerd, maar in geen daarvan zei iemand iets waarop ik kon inpikken. Elke familie heeft haar geheimen, lief, en haar kleine kantjes. Mensen die niet langer komen naar reí¼nies als deze, mensen die wel nog komen maar er overduidelijk niet bij horen, mensen die dat zelfs niet meer proberen.

Als ik nog kom, is dat in de eerste plaats voor het kind. De avond ervoor had ik speciaal mijn baard afgeschoren, omdat ik wist dat hij anders niet met mij zou willen spelen. Nu vond hij alles weer goed. We zaten samen in kleermakerszit op een betonnen vloer en plaatsten plastic poppetjes van dieren op een mat waarop diezelfde dieren nog eens getekend stonden. Het juiste diertje op de juiste tekening. Dat ging zo minutenlang door, tot het kind er genoeg van kreeg en alle dieren doodreed met een auto.

Het is een blij kind, lief, en slim. En voor altijd een symbool van voortschrijdende tijd, omdat de dag waarop hij geboren werd ook de dag was waarop jij wegging. Zijn vader belde mij op om het nieuws te melden terwijl ik onderweg was naar jou. Ik zat in een trein met wagons zoals bij Kuifje en moest de coupé uit om hem te kunnen verstaan. Toen ik thuiskwam wilde ik je hierover vertellen, maar dat kon niet meer.

Zo lang is het dus geleden: de tijd tussen dat telefoongesprek op die trein en dit blije kind dat “konijn” zegt tegen een plastic poppetje van een konijn.

Got a short little span of attention…

Meer dan een maand nu heb ik hier niets meer verteld. Ik heb niet genoeg verhalen om deze stukjes te vullen en ik heb er geen tijd meer voor, sinds ik mijzelf een deadline heb opgelegd voor een boek dat er waarschijnlijk toch niet komt.

Veel vaker dan vroeger zit ik depressief voor mij uit te staren. Ik heb liever niet dat iemand dat weet. De helft van de mensen vindt dat dan erg en de helft vindt dat ik overdrijf. Binnenkort bestel ik op het internet zo’n kussen met armpjes en dan heb ik geen van beide helften nog nodig.

Ik herlees oude brieven, niet omdat ik dat wil maar omdat ik nodig heb wat erin staat, en ik breek elke keer opnieuw. Het valt me ook nu weer op hoe overdreven zinnelijk je altijd schreef – als Peter Verhelst die na een maand in een isoleercel de wereld opnieuw ontdekt – en dat niets ooit eenvoudig was. Alles wat je voelde of hoorde of las, liet meteen een litteken achter, dat je voor altijd met je zou meedragen.

Het exacte tegengestelde van mezelf: ik relativeer  alles onmiddellijk kapot. Ik verzin een verhaal en vind het meteen een stom verhaal in vergelijking met alle andere die ik zou kunnen vertellen. Ik merk hoe slecht het met mij gaat en stap toch de bus op, omdat ik vind dat ik maar niet zo flauw moet doen. Ik denk aan jou en hou me voor dat het gewoon toeval is dat ik sinds die zomer niets meer geschreven heb. Misschien is het gewoon op, heb ik mezelf intussen genoeg herhaald. Misschien maak ik gewoon te weinig mee.

Ik heb niet genoeg verhalen om deze stukjes te vullen. Het wordt tijd dat ik nieuwe mensen ontmoet, en een paar oude opnieuw opzoek. Mensen die aanvoelen als een kussen met armpjes en even weinig vragen stellen.