Rorschach

Begin dit jaar werd ik door de heren van grafisch collectief sorryklaas;) gevraagd of ik een bijdrage wilde leveren aan een eenmalig magazine – een themanummer over de donkere kanten in het hoofd van creatievelingen.  Waarschijnlijk was het de bedoeling dat ik een tekst zou schrijven, maar omdat dat net hetgeen is wat mij zo veel moeite kost, heb ik in de plaats daarvan een tekening geknipt en geplakt.

Op vrijdag 31 mei en zaterdag 1 juni worden alle tekeningen voor het magazine tentoongesteld in het centrum van Gent. Ik zal vrijdag allicht de opening bijwonen. Wie zich die avond toevallig in de buurt bevindt, is bij deze van harte uitgenodigd. (Meer nieuws over het magazine volgt later.)

Korfbal

“Ik heb vroeger nog korfbal gespeeld,” zei ik tegen het meisje – nu ja, meisje, ze was ouder dan ik en al moeder, maar ze kon nog gemakkelijk voor een meisje doorgaan. Niet dat ik zo te koop loop met mijn sportief verleden, maar op zoek naar een geschikte plaats om foto’s te nemen, passeerden we een wegwijzer naar een korfbalveld. Het woord en begeleidende icoontje riepen beelden op waaraan ik al jaren niet meer had gedacht.

(meer…)

Breakdowns come and breakdowns go

Misschien herinnert iemand zich nog dat ik hier eind oktober moe en vol trots kwam vertellen dat ik voorgoed ophield  met columns schrijven. Ik meende dat toen. Ik meende dat zo hard dat ik zélf verbaasd opkeek toen ik mijzelf aan de telefoon “oké dan” hoorde zeggen tegen de man van De Morgen.

De voornaamste reden daarvoor was dat het een wisselcolumn zou worden met de prachtige Norah Karrouche – geen sprake van dat ik iemand anders dat plezier zou gunnen.  Vanaf vandaag dus, iedere woensdag op de opiniepagina’s van De Morgen.

Ik ben weer klaar voor maandagavonden vol Graceland en gevloek en mezelf afvragen waarom.

sfyklein

Faces and worlds that no one else will ever know

Later zullen we zeggen: ‘het sneeuwde toen jullie geboren werden. Dat hadden we hier nog nooit gezien, zo laat in maart.’

Ik was moe die dag. Niet gewoon moe na een week hard werken, maar moe van het besef dat er geen tijd is voor alles wat ik wil en ziek ook, nog maar eens, en moe van zo vaak terug naar huis met de laatste trein uit Gent.

Voor ik bij jullie kon, moest ik mijn armen wassen met speciale zeep. Ik bediende de kraan met mijn ellebogen, zoals ik dat dokters op de televisie wel eens had zien doen. Veel maakte het niet uit: ik durfde mijn volledig bacterievrije handen toch alleen maar te gebruiken om de deur achter mij weer dicht te schuiven, of om het dekentje goed te leggen waarmee jullie bed verduisterd werd. Jullie zagen er zo klein en kwetsbaar uit dat ik bang was dat ik dwars door jullie heen zou drukken als ik jullie zou aanraken.

Jullie vader voelde zich veel meer op zijn gemak. Hij stak zijn hand door het gat in de zijkant van de glazen bak en streelde jullie met één vinger voorzichtig over de wang. Zoals altijd liep hij rond alsof hij alles onder controle had, maar toen hij tegen jullie praatte, merkte ik iets in zijn stem dat ik nog niet eerder had gehoord.

Ik was moe die dag, van alles en van de chaos die er was geweest, maar toen ik terug naar huis wandelde voelde ik daar niets meer van.

Later zal ik zeggen: ’toen jullie kwamen, begon de dooi.’

It’s later than you think

Een vrouw met paarse haren en een wenkbrauwpiercing zit te wenen op de bus. Ze praat ook in zichzelf, met veel misbaar. Op haar handtas is een spinnenweb getekend. Een tweede vrouw kijkt door het raam achterom, om het gezicht te kunnen zien van de man met grijze snor die we net zijn voorbijgereden. Ik neem mijn telefoon en lees twitter bij. Niemand zegt nog iets over hem en er is geen antwoord van het meisje uit Gent. Pas na een hele tijd kijk ik weer op. De wenende vrouw is verdwenen. Ik heb niet gezien waar ze is afgestapt. Ik neem een stuk papier en schrijf dit op:

(meer…)