I wonder I do

Het was al donker geworden. Het meisje rookte. Ik lag onderuit gezakt op de passagierszetel en probeerde mezelf wakker te houden, terwijl ik keek naar hoe het tipje van haar sigaret fel oplichtte telkens wanneer ze de as aftikte door het open raam. Op de radio speelde de soundtrack van Searching for Sugar Man. Het meisje zong mee, heel zacht en heel hoog. Ik denk niet dat ze zelf doorhad dat ze dat deed.

Het begon te regenen, eerst een paar druppels, maar al na een paar minuten goot het zo hard dat we de wegmarkeringen of de andere auto’s niet meer konden zien. Er viel zo veel water dat het leek alsof onder ons de wereld gewoon wegspoelde. Alles zag zwart, af en toe gleed de auto onverwacht weg naar links of rechts. De muziek bleef doorspelen en hier, op dit moment, in deze omstandigheden, op deze plaats – helemaal nergens meer – was het het mooiste wat ik ooit had gehoord.

 

Wachten tot je landt (1)

(februari)

I.

Ik heb een man geslagen. Niet heel hard, op de achterkant van zijn hoofd. Daar ben ik niet trots op, maar in mijn verdediging: hij had eerst mij en een hoop andere mensen bezeerd door luid schreeuwend en wild om zich heen schoppend doorheen een groep wachtenden te stormen op het perron.

Het was maar een kwestie van tijd voor er iets als dit zou gebeuren.

(meer…)

I’ve got the spirit, but lose the feeling

Als er nog maar iemand bestond die wist hoe hij een maatschappijkritische roman moest schrijven, een boek waarin de dystopische gruwel afgemeten en geleidelijk wordt meegegeven in de sfeer en de omgeving en de handelingen – of de beperking daarvan – van de personages, in plaats van in paginalang uitgesmeerde monologen waarin als in een powerpointpresentatie de voor- en nadelen van Het Heersende Systeem op een rijtje worden gezet. Los daarvan duurde het maar een bladzijde of dertig voor ik De Cirkel van Dave Eggers moest wegleggen, compleet gestresseerd door de dwang die de sociale media toen al uitoefenden op het hoofdpersonage – waarschijnlijk omdat die dwang daar, zo vroeg in het verhaal, nog volledig herkenbaar aanvoelde.

(meer…)

Hide yourself in the wrong place for love

Het grootste deel van elke dag luister ik naar muziek om de wereld buiten te houden, en dat werkt. Zo verstond ik niet wat het meisje vlak voor oudjaar tegen mij zei, laat staan of dat alles beter dan wel slechter maakte. Zo hoor ik lieve oma’s niet wanneer ze mij de weg willen vragen, of merkte ik gisterochtend niet dat de man met de muts naar mí­j stond te roepen, terwijl hij op de stoep naast zijn vrachtwagen met beide handen een twee meter hoog ijzeren rek vasthield.

(meer…)

There’s just one lonely present

Een verplichte pauze is geen excuus om met tradities te breken, hoe vervelend die tradities ook mogen zijn. Hier is mijn eindejaarslijstje voor het jaar des Heeren 2013:

  • Boek: blij met Straus Park van PB Gronda, zowel om wat het beloofde als om hoe het afliep. Blij met mijn beslissing om vanaf nu nooit meer Lanoye te lezen.  Blij met dat boek dat zijn beste tot nu toe  had moeten zijn, niet zijn beste voorgoed.
  • Cd: de nieuwste en hardste van De Jeugd.  Trouble will find me. Racine Carrée, perfect op dat ene botsautonummer na. Ach, uiteindelijk heb ik toch nog het vaakst geluisterd naar die nieuwe cd met oude nummers van Tindersticks.
  • Film: door niets méér omver geblazen dan door  Beasts of the southern wild, al had ik die volgens de regels in 2012 moeten kijken.
  • Theater: het weinige dat ik heb gezien, heeft mij zo erg teleurgesteld of verveeld dat ik al vroeg in het jaar besloot om mijn theaterbudget aan voetbal te spenderen – en ook dat stelde meestal niet veel voor. Voor 2014: raak mij, iémand!
  • Concert: het feest bij Jools Holland in Het Depot, de tranen bij The National in het Koninklijk Circus.
  • Tv/radio:  het is goed dat een programma als De Ideale Wereld bestaat. Aan de andere kant van het spectrum:  management killed the radio star.
  • Werk:  het was het jaar waarin ik een prijs won zonder iets van belang te hebben geschreven, waardoor ik nooit het gevoel kreeg dat ik die prijs echt verdiende. Het was het jaar waarin ik helemaal op het einde dan toch nog brak.
  • Persoonlijk:  in 2013 werd ik dertig, en het memorabele feest dat ik naar aanleiding daarvan wilde geven, heeft ervoor gezorgd dat ik de rest van het jaar niet meer buiten durfde.
    Ik hielp al mijn vrienden verhuizen, en zij mij, en iedereen vertelde dat dat niet betekende dat er nu iets kapot zou gaan, het werd alleen ánders, maar dat is typisch zoiets wat mensen zeggen vlak voor er iets kapot gaat.
    Alles mag kapot gaan en ik zal het verdragen, want het allermooiste kwam mijn wereld in.