I.
Of ik nooit normaal praat, wil ze weten.
Wat ik zeg is niet zo vreemd, maar de manier waarop.
II.
Tot vorige week stond het appartement naast het onze leeg. Wanneer ik dan alleen thuis was, kon de radio zo hard ik wou. Dan draaide ik Adam Green en Nina Simone en Joy Division. Vorige week zijn er nieuwe buren ingetrokken, en die zitten graag op het balkon. Sindsdien heb ik alleen nog maar zin om naar 50 Cent te luisteren.
Volgens mij ontbreek ik het gen dat ervoor zorgt dat je af en toe een geslaagde eerste indruk maakt.
III.
Ik ben bang van de nieuwe televisie. Als ik van mijn boek opkijk, zie ik de wereld vier keer groter dan ik haar gewend ben. Dit is hoe Alice zich moet hebben gevoeld.