Vogels

Niemand vertelt mij ooit iets. Het duurde tot zaterdagavond voor ik erachter kwam dat er dit weekend een kunstenfestival voor jongeren doorging in de voormalige pornobioscoop de Molens van Orshoven. Toneel en jonge meisjes voor maar twee euro? Ik liet een koffie, een half gewiede tuin en een half gefêteerde moeder achter om niet te laat te komen voor Vogels gaan ook dood.

De matinee was uitverkocht, maar twee vriendelijke kassamensen met een dikke stift wilden daar gerust een mouw aan passen. Ik kreeg een plaats achter een zesjarige tweeling die dezelfde kleren en vlechtjes droeg. De stoelen stonden zo dicht bij elkaar dat de mevrouw links van mij mij bijna voortdurend aanraakte. Op het podium lagen vier figuren te slapen. Vroeger sliep ik zelf ook wel eens, maar dat is een tijd geleden.

Een stem. Een meisje in het wit komt op. Zij eet een Princekoek. Zij is de grote poppenspeler in de lucht, die aan de touwtjes trekt van de twee laatst overgebleven mensen op aarde. Hierbij wordt ze geholpen door twee knechten die houden van koekjes en comic relief. De knechten houden niet van vogels, want die hebben geen touwtjes.

Het spel van de vijf meisjes is druk en grappig, de tekst lang niet slecht, de dansjes doordacht. Alleen is het enorm ergerlijk dat de sterkste dialogen verloren gaan in lelijke tussentaal en slechte articulatie.  Als ik het ooit voor het zeggen krijg, verbied ik Leuvense tienermeisjes om te praten in het openbaar.

Het is onvermijdelijk dat alles ontspoort. De poppenspeler wilde gewoon een mooi einde voor haar personages, maar houdt alleen maar chaos over. Het meisje in het wit sluit deze scène af op een manier die bewijst dat ze klaar is voor het professionele werk.

Zelf ging ik op zoek naar een kleiner publiek. Thuis draaide ik de hele vooravond plaatjes voor Thomas. Op café zag ik dat vogels wel touwtjes hebben wanneer zij van zilver zijn en rond een meisjeshals hangen. Paloma Faith zong mij de nacht in. Dat haar naam ook ‘duif’ betekent, besefte ik de volgende ochtend pas.