Je was mijn eerste liefde. We waren vier of vijf en gingen later trouwen, al weet ik niet helemaal zeker of dat nog wel doorgaat. Je had een naam die thuishoort in de films van Jean Renoir. Op school zag je me niet staan, maar ik mocht komen spelen tijdens de vakanties. We gaven elkaar kadootjes, waarvan er eentje nu al twintig jaar lang op mijn kamer staat: een klein bronzen beeldje van een krokodil, door je moeder meegebracht uit Afrika.
Je moeder was stewardess, en vroeger nog model geweest. Je vader was Tom Selleck, al heb ik nu ook weer niet zo‘n fantastisch geheugen. Je was het eerste kind dat ik kende met gescheiden ouders. In die dagen kon ik me nog niet voorstellen dat ook mijn eigen ouders later uit elkaar zouden gaan, en dat zelfs jij en ik elkaar zouden kwijtraken. De lagere school kwam sneller dan verwacht, en had zo haar eigen regels: van de ene dag op de andere werden Jongens en Meisjes als India en Pakistan, als rijstpap en doperwtjes, als Saartje Vandendriessche en dictielessen.
Eén moment uit dat eerste jaar herinner ik me nog perfect. De zoveelste speelplaatsoorlog tussen de seksen was net afgelopen, en ik zat tegen de muur te mokken in een nis waar vóór de ontzuiling nog een Mariabeeld moet hebben gestaan. In mijn herinneringen las ik een boek, maar dat heb ik er later ongetwijfeld bij verzonnen. Na een paar minuten kwam jij naar me toe, om in naam van alle meisjes te vertellen dat jullie vonden dat jullie te ver waren gegaan, en dat je me een kus zou geven om dat goed te maken.
Vergeet niet: een kus van een meisje betekende nog wat toen. Het was 1989, Sam Valkenborgh leefde de inspiratie bij elkaar voor zijn latere ringtone, mensen droegen paarse broeken zonder daarbij na te denken en veertienjarige meisjes pijpten nog niet voor een breezer. Een kus diende om prinsessen te wekken en baby‘s te maken, in die volgorde. Zelfs je bloedeigen moeder moest met haar lippen van je afblijven aan de schoolpoort.
Sinds het jaar waarin we twaalf werden heb ik je nooit meer gezien. Vorige week vond ik je toevallig terug op Facebook. Nu staan we daar weer, in elkaars lijstje met vrienden, zoals dat hoort. Geen berichtjes om bij te praten, geen reí¼nie vol ongemakkelijke stiltes, gewoon het geruststellende gevoel dat we allebei goed zijn terechtgekomen. Dat we ook zonder elkaar aantrekkelijke, succesvolle mensen zijn geworden. Het gevoel dat je later, wanneer alles plots bergaf begint te gaan, altijd nog terug kan naar die oude school in dat verschrikkelijke provinciedorp.
Ik zal er staan, om me te verontschuldigen in naam van de wereld.