Het zal me verdomme toch weer eens tegenzitten. Net nu ik van plan was om voor deze website en masse brieven te beginnen schrijven naar mensen die ik al minstens vijf jaar niet meer heb gezien – met een beetje hulp van het prachtige Facebook -, gooit Arnon Grunberg een nieuw boek op de markt. Omdat ik u begeer verzamelt alle brievencolumns die de homoseksuele Jood de afgelopen zes jaar heeft geschreven voor Humo en Het Parool, zodat ondergetekende op zoek kan naar een nieuw concept.
Van zodra hij zijn nieuwe boek weer weglegt, uiteraard. En dat kan nog even duren, vooral dankzij de fantastische overkoepelende verhalen die me nooit eerder waren opgevallen: drie weken wachten op een volgende aflevering is lang voor iemand met het geheugen van een goudvis. Tenzij een goudvis een perfect geheugen heeft, dan bedoel ik een ander dier. Biologie boeit me niet meer sinds mijn schoonmoeder in spé me heeft verteld dat ik nooit een groene flamingo zal kunnen kweken door een flamingokuiken spinazie te voeren in plaats van garnalen.
Maar ik had het over Grunberg. Het eerste actualiteitsstukje in Omdat ik u begeer, over de aanslagen van 11 september 2001, illustreert meteen hoe onvoorstelbaar lang zes jaren eigenlijk duren. Een goed boek vraagt geduld, en dat is meteen de reden waarom ik er nog geen geschreven heb en daar waarschijnlijk ook nooit in zal slagen. Als luiheid des Duivels oorkussen is, ben ik de min die Hem te slapen legt en Hem door de haren streelt en Hem belooft dat morgen alles slecht zal komen.
Honderdenelf brieven. Als alles goed gaat, begin ik morgen aan mijn eerste, die ik ergens halverwege ongelezen zal weggooien. Ik denk dat ik hem aan Renske de Greef richt, en er weinig subtiel een huwelijksaanzoek in verwerk.