Wachten voor de brug van Buda betekende vroeger dat we er bijna waren. Alle taart die we opkonden, stripverhalen uit de jaren zeventig, tekenfilms in het Frans waarvan niemand iets begreep. Pas jaren later, zonder de voorpret van weleer, merkte ik hoe troosteloos de omgeving daar wel was.
Vandaag gaat de Budabrug naar Hollywood. Ik zag haar liggen vanop het viaduct, onderweg naar het restaurant. Mijn kinderjaren in groen metaal. Ik heb al te lang niet meer voor haar gewacht en misschien is dat zelfs niemand zijn schuld – ik werk te veel en hun gezondheid laat het niet altijd toe.
Tussen het hoofdgerecht en het dessert vertelde mijn oma over de nieuwe huurders boven en het avontuur met de hond. Ze vroeg mij of ik wel gelukkig was en ik brak in twee terwijl ik een antwoord gaf dat ergens halverwege lag tussen eerlijk en geruststellend.
“Ik bid er elke dag voor,” zei ze nog. Daarna kwam er taart.