Take me with you when you go now

In het aquarium gaf het meisje alle vissen een nieuwe naam die beter bij hen paste. Een paar meter achter ons maakte een jong gezin – vader, moeder en negenjarige dochter – zich vrolijk over een dikke, vormloze, witte vis die onbeweeglijk in zijn tank zat. Deze stad is streng voor haar zwakste elementen, tot haar dierentuindieren toe.

We liepen verder naar het bad van de zeeleeuwen, voor wie het net voedertijd was. Een man en een vrouw gaven hun haringen in ruil voor kunstjes, zoals in hun bek laten kijken of vanuit het water op een hoge richel springen. Een van de jongere zeeleeuwen keek heel dom. Een minuut lang gooide hij een haring door de lucht die veel te groot voor hem was en nadat hij die was kwijtgeraakt, bleef hij bedelen om een nieuwe. Iedereen moest om hem lachen.

Toen we het gebouw binnengingen om de dieren van onderen te bekijken, besloeg mijn bril door de warme, vochtige lucht. Een moment was ik gedesoriënteerd. Het eerste dat ik opnieuw zag, was hoe het meisje een rollator de trap afdroeg voor een vrouw die dat zelf niet meer kon. De vrouw volgde voorzichtig, met aan haar hand een kleuter, volledig in het roze. De kleuter at een ijslolly en droeg schoenen met lichtjes die flikkerden bij elke trede.

Onderaan de trap wees de kleuter naar de deur van de lift. Iemand had er met gele tape een groot kruis over gekleefd.  “Deze is ook stuk,” zei ze. “Ja,” zei haar moeder, “alles is stuk.” Ze herhaalde het nog een keer: “alles is stuk.” Het klonk alsof ze het allang niet meer over de lift had.

De volgende dag zat ik te wachten op de overzetboot die mij naar het station zou brengen. “Mijn stoeltje is stuk,” riep een jongetje naast mij naar zijn moeder. Hij wiebelde demonstratief heen en weer. Ik stond op zodat hij op mijn plaats kon zitten. Als kind moest ik altijd huilen wanneer een vakantie afgelopen was, omdat ik niet weg wilde van een plaats waar ik het een week lang zo fijn had gehad. Griekse luchthavens heb ik volgeweend, eerst vrijuit maar zodra ik wat ouder werd alleen, op het toilet. Ik begreep toen en begrijp nog steeds niet waarom alles altijd moet ophouden. Wat als alle dingen gewoon tegelijk zouden gebeuren, het ene bovenop het andere, dat tijd geen lijn was maar een stapel, die alsmaar groter werd tot wij allemaal zouden breken onder het gewicht van hoe mooi en hoe verschrikkelijk alles was?