You’re my pride and joy, etc.

Eén plaats nam het meisje zelf in, de andere was voor haar goedgevulde zwarte rugzak. Ze droeg een sober jurkje dat ze combineerde met net iets te veel accessoires, in haar laarzen zaten fluogestreepte sokken  die alleen te zien waren vanuit de hoek waar ik zat. Uit haar handtas haalde ze twee kleine doosjes en een spiegeltje, die zorgvuldig ze naast elkaar op het tafeltje schikte. Terwijl de trein hevig schudde in een bocht, deed ze zonder verpinken haar contactlenzen in en begon ze haar oogleden te schminken. Toen ze daarmee klaar was, las ze verder in haar boek, waaruit ze eerst vier postkaarten haalde die dienst deden als bladwijzer.

Tegenover haar en naast mij zat een jongen van een jaar of vierentwintig. Hij droeg een grijs pak en had een stoppelbaard waarvan hij zich erg bewust was. In zijn linkerhand hield hij een Blackberry, waarin hij een lang gesprek voerde over een fiets met een lekke band. Hij sprak aanstellerig luid, met een West-Vlaams accent. Na elke schaterlach keek hij naar het meisje, dat onverstoorbaar bleef doorlezen. Met zijn rechterhand speelde hij met het lederen hoesje van zijn telefoon. Daarnaast had hij zijn visitekaartje gelegd. Er stond ‘Petercam’ op, en daaronder zijn naam en titel. De letters  waren in de richting van het meisje gedraaid. Ze keek niet één keer op.