Vanop de toren van de protestantse kerk keken we uit over de stad. We zagen wie er allemaal een dakterras had en wie niet, en hoe de weinige mensen door de straten druppelden. Slechts hier en daar was een oranje stip te zien, uitbundig werd er niet gevierd.
Tachtig meter onder ons stond de auto geparkeerd, volgeladen met fruitsap en dubbelvla en twee dozijn andere spullen die je alleen bij Albert Heijn kan vinden. Toen ik daaraan dacht kreeg ik honger. Ik had van de hele dag nog niets gegeten, behalve twee ijsjes in de plaats van mijn boterhammen.
Links in de verte zagen we de markt voor het stadhuis, waar we de wedstrijd hadden gevolgd op het terras van een Chinees restaurant. Met veel gevoel voor improvisatie stonden alle stoelen er omgedraaid in de richting van een niet eens zo grote lcd-televisie. De café’s aan weerszijden van het restaurant hadden hetzelfde gedaan, maar tussen de verschillende toestellen zat een kleine vertraging, zodat we elke zin van de commentator drie keer hoorden. Zijn uitspraken trokken als een Mexican wave over het plein.
Een man en een vrouw aan het tafeltje naast ons toonden geen belangstelling voor de wedstrijd. Zij zaten ostentatief met hun rug naar het scherm gekeerd en slurpten Chinese soep uit Delfts blauwe kommetjes. Hij was kalend, droeg een ouderwetse bril zonder montuur en een poloshirt met het nummer drie en een logo van Ralph Lauren. Zij was zonnebankbruin, had sluik zwart haar dat bijna tot haar heupen reikte, ook al was ze de vijftig ver gepasseerd, en droeg een simpele witte jurk die een onlosmakelijk geheel vormde met haar Vuittontas en Sex and the City–sandalen. Ze had rode nagellak, maar fuchsia lippenstift.
Aan het tafeltje werd niet gesproken. De vrouw keek strak voor zich uit, terwijl ze verder slurpte van haar soep en elk contact vermeed met de man, die om toch iets om handen te hebben met zijn smartphone speelde en af en toe in het Frans iets aan de ober vroeg. Hij droeg geen trouwring, zodat ik mij gemakkelijk kon voorstellen dat zij minnaars waren, op hun enige dag samen door brute pech gestrand op de verkeerde plaats op het verkeerde moment – al gaf het restaurant niet de indruk dat het zelfs in de meest ideale omstandigheden wél een goede keuze zou zijn voor een intiem rendez-vous.
Na de soep bracht de ober een rechaudje, waarop hij een schaal met bami en een kommetje rijst zette. Zo gauw hij zich had omgedraaid om de hoofdschotels te halen, verwisselde de vrouw de bami en de rijst van plaats, zodat die laatste vóór haar kwam te staan. De ober keerde terug met twee borden: kippenblokjes voor de man, babi pangang voor de vrouw. Ieder begon in zijn eigen bord te prikken, nog steeds zwijgend en omringd door tientallen ongewoon rustige voetbalsupporters in het oranje.
Toen er een kwartier was gepasseerd, stond de vrouw op. Ze nam de Vuittontas en verdween naar het toilet. De man begreep dat het tijd geworden was om af te rekenen. Hij vroeg l’addition, s’il vous plaí®t en nog snel iets korts over het voetbal. De vrouw kwam weer naar buiten en liep in de andere richting weg. Hij ging haar achterna. De babi pangang bleef voor de helft onaangeroerd staan. De rest van het terras zou nog twee keer juichend opspringen, maar dat hebben zij niet meer meegemaakt.