Alles verandert en alles wordt nieuw. Het werd vrijdag in de week die er nooit had mogen zijn. In mijn enthousiasme tijdens het koken brak ik het kleinste van de twee kristallen glazen waarvoor Fiona Margaret en ik een heel semester lang Delhaizepunten hadden gespaard. Het is een wonder dat die glazen nooit zijn gesneuveld in een verhuizing. Maar ik wil niet afdwalen naar vroeger: ik liet de afwas staan en vertrok naar de derde van Vier Vrijdagen van Braakland/ ZheBilding.
Het woordenboek van mijn gsm vult na het typen van ‘ar’ meteen ‘arty-farty’ aan. Bij ‘linker’ of ‘punker’ vraagt het of ik niet ‘wanker’ bedoelde. Die twee woorden gebruik ik veel te vaak samen en bij To Catch a Crab had ik dat bijna opnieuw gedaan. Ik wil gerust ruimdenkend zijn, maar wanneer een Frans duo postmoderne liedjes komt spelen die het zelf “des morceaux” noemt, haak ik af.
iH8 Camera zorgde voor het beste optreden dat ik dit jaar al heb gezien, maar dat was niet vandaag. Vandaag werd het huurlingenleger uitzonderlijk aangevuld met Jean-Marie Aerts. Het ontroerde mij diep met welk ontzag Rudy Trouvé “u” en “mijnheer” bleef zeggen tegen de gitaarlegende en alle moeite van de wereld deed om zijn gast meer naar de voorgrond te halen. Jean-Marie Aerts zelf trok zich daar niets van aan, bleef zuinig in dienst spelen van de rest en haalde af en toe onverbiddelijk uit met drie, vier noten die de improvisaties wegjoegen van de middelmatigheid.
Aroma di Amore kende ik alleen van de lovende dingen die mijn vrienden erover hebben verteld. Na een kwartier had ik zin om diezelfde vrienden een voor een op te bellen en hen uit te schelden voor leugenaars. Ik veroordeel Elvis Peeters niet omdat hij sandalen draagt, wel omwille van zijn irritante podiumprésence en nieuwe teksten die poëtisch noch clever mogen worden genoemd. Ik geloof dat deze groep fantastisch was in de jaren tachtig, maar ik geloof ook dat niets blijft duren. Alles verandert en alles wordt nieuw.
De avond werd ondraaglijk en ik vertrok zonder The Love Substitutes te hebben gezien. Dat gaf niet; ik had wel even genoeg van Mauro na zijn optreden op het STUK eindfeest gisteren. Niet omdat Mauro meer Meisjes Die Ertoe Doen kan krijgen dan ik, wel omdat hij daar in die snikhete zaal zomaar wat stond te mompelen, nummers stillegde waarvan hij zich enkel nog het refrein kon herinneren en zelfs mijn Sincerely Average verneukte. “Het is toch fantastisch hoe Mauro daarmee wegkomt?”, vroeg Geert, maar dat vond ik nog het ergst van al: dat Mauro overal mee wegkomt en ik niet.
Ik was zo teleurgesteld dat ik een plan bedacht om de muziek volledig uit mijn leven te bannen – waarover later meer. Terwijl ik naar buiten liep werd er vuurwerk afgestoken dat bedoeld leek voor mij alleen. Ik bleef niet kijken. Ik schreef dit op en daarna ging ik slapen.