Babyboekverbranding

(Verklaring vooraf: gisteren heb ik op twitter opgeroepen om mij enkele trefwoorden door te sturen. Rond de beste daarvan zou ik een stukje schrijven. Ik koos voor die van Hanne, omdat die het moeilijkst waren en omdat zij voor mij ooit hetzelfde heeft gedaan.)

Dat pinguïns achterover vallen, met hun rug in de sneeuw, wanneer er een vliegtuig overvliegt, dat is niet waar. Dat verticale strepen je slanker doen lijken, dat een Amerikaan ooit zijn sigaar liet verzekeren tegen brandstichting voordat hij ze aanstak, dat is niet waar.

Dat de revolutie zal maken dat wij vrij zijn, dat de contrarevolutie kan herstellen wat er vroeger was. Dat ik en jij, dat wij opnieuw: allemaal niet waar.

Het is wél waar dat ik voor jou alle pinguïns weer rechtop zou zetten. Dat ik regeringen omver zou werpen en het roken zou laten, dat ik je zou volgen tot in Cardiff of in Gent en, als het mij echt niet meezit, zelfs tot in Aalter – je hoeft het maar te vragen.

Ik weet dat je dat nooit zal doen. Kussen en daarna verdwijnen, ja, dat kunnen wij goed, maar is het niet net de kunst te willen blijven?

Ik schrijf de film van ons leven en zet in scène wat al eens eerder is gebeurd. Als ik de kans kreeg, zou ik alles opnieuw doen en op dezelfde manier. Niet uit toewijding of omdat het er zo goed uitziet op het scherm, maar omdat ik verre van verstandig ben.