Het was zondag. Omdat zondag ook voor Rudy Trouvé een rustdag is, stond de bard langzaam op, schreef hij maar vijf liedjes in plaats van twaalf, tekende enkele platenhoezen, richtte twee groepjes op en laadde eigenhandig al het materiaal in het busje dat hem die avond naar Jazz op Zondag zou voeren. Daar aangekomen veranderde hij het STUKcafé in The Factory. Zes mensen improviseerden liedjes, iemand anders stond tegen een pilaar een schilderij te maken en koffie en Duvel werden in gargantueske hoeveelheden door elkaar gedronken. De vorige keer kon iH8 Camera mij niet overtuigen, maar nu slikte ik alles. Dit was jazz zonder teugels, dit was rock zonder regels, dit was dansen zonder ooit moe te worden.
“You’re a sweet little thing. You make my heart dangle, you make my heart sing.”
Een dag eerder won de heerlijke Lotte Dodion op datzelfde podium een wedstrijd die zij alleen verdiende te winnen. Tijdens de pauze praatte ik met de dichter die de jury voorzat. Hij herschikte mijn prioriteiten zoals hij dat doorgaans alleen met woorden doet. Mijn enige bezwaar verzweeg ik hem.
Het werd maandag. Twee volledig nuchtere nighthawks probeerden mij ervan te overtuigen dat een paar operatief aangebrachte vleugels de beste keuze zou zijn voor mijn carrière en privéleven. Wij praatten, schreven, lachten en tekenden een mooie nacht bij elkaar. Ik ben dit weekend onder de mensen gekomen. Dat is niet helemaal mijn stijl, maar mijn stijl ben ik stilaan beu.