Reza en ik hadden de mooie gewoonte om als we in geldnood zaten bij dure zaken te winkelen, gebonden boeken te kopen en eersteklas te reizen. En als we echt platzak waren, dan spraken we onze laatste girocheques aan om chic te dineren.
Dat vertelt het hoofdpersonage uit het boek dat er tien jaar geleden voor heeft gezorgd dat ik weer romans ben beginnen lezen. Deze week schoot dit fragment mij te binnen nadat ik een paar hardbacks had gekocht, uitgenodigd werd voor een etentje in een grotemensenrestaurant en voor één keer een ticketje eerste klas nam, om daar ongestoord het einde te kunnen lezen van Het Diner.
De woorden “zestiende druk” maken dit tekstje belachelijk overbodig. En toch: dat dat nog kan tegenwoordig, een boek met maar één verhaallijn, die met de grootste zorg, legoblokje na legoblokje, wordt opgebouwd. Een boek dat je dwingt om steeds sneller en sneller te lezen, de briljante tweede en derde laag koudweg over te slaan, te racen naar het einde om te kijken of de onthullingen daar je even hard in het gezicht slaan als de verrassingen onderweg.
Voor wie toch nog niets over dit boek gelezen zou hebben: houden zo. Koop het, haal de kaft ervan af zonder de promotiespoilers te lezen en trek twee dagen later samen met mij een pruillip omdat we Het Diner nooit meer voor het eerst kunnen lezen.