Appels zijn diefstal

Het irritante meisje aan de tafel naast ons in het pizzarestaurant vertelde dat ze net terugkwam van tien dagen Mexico. We zaten zo dicht bij elkaar dat het bijna niet anders kan of Geert en ikzelf sterven binnenkort een gewisse dood. Vóór wij ten onder gaan, eisen wij nog een paar uurtjes mooie muziek. Of toch tenminste wat gesubsidieerde rommel uitgekozen door Rudy Trouvé. Vier Vrijdagen van Braakland/Zhebilding, in de Molens van Orshoven.

First up: Teuk Henri & Youri Van Uffelen. Twee gitaristen samengebracht door Trouvé himself, omdat dat volgens De Man  wel eens iets moois zou kunnen opleveren. De tergend lange miniset begint als een overschotje van Pink Floyd, schakelt verder naar een vormeloze soundscape en dendert dan toch nog leuk de finishlijn over. Wij vonden er weinig aan, maar Rudy Trouvé zat op zijn knietjes te luisteren. De Man kreeg er honger van. De Man bestelde een tortilla.

Second up: Liesa Van der Aa. Gekke chick met een viool en een loopstation. Stopt de pizzazz weer in pizzicato. Streelt haar instrument liefdevol in het eerste nummer, maar ranselt er een ijzersterke PJ Harvey-cover uit in het tweede. Heeft een vreemd accent, maar klinkt verrekte goed wanneer ze meerstemmig zingt met zichzelf. Oogt kwetsbaarder dan ze is, daar alleen in het midden van een vervallen hangar, tussen roestige buizen en een kapotte bandenpomp.  

Third up: Capsule Redux. Het orkest Capsule op ladies night. Verfrissende, originele deuntjes gespeeld op onterecht miskende instrumenten. Glijdt maar af en toe af naar weird for the sake of weird. De laatste jaren heeft Gent de hele arty farty muziekscene ingepalmd. De héle arty farty muziekscene? Neen, één Antwerps groepje blijft dapper weerstand bieden. Misschien spreek ik hier vooral vanuit mijn lendenen, maar dan nog kan u maar beter luisteren: Capsule Redux zal ons troost bieden terwijl Vlaanderen verrechtst.

De avond liep uit. De avond liep zover uit dat ik niet meer kon blijven voor Sukilove. Dat maakt van het Pascal Deweze Kwintet de band die ik het vaakst nét niet aan het werk heb gezien. Op weg naar de bus zag ik een jongen tv kijken in het huis waar mijn vader nu niet meer woont. Hij zat op dezelfde plaats waar ik vroeger naar Zomergasten keek, toen Joost Zwagerman nog gastheer was. Ik bleef een paar minuten stilstaan voor het raam. Het voelde alsof de jongen iets van mij had afgenomen.