Wil je met een meisje praten?

Omdat ik echt geen nieuws over cokeheads meer kon verdragen, trok ik vandaag naar het STUKcafé om mij te laten verrassen door Douglas Firs. Zanger Gertjan bekende dat hij bij een van zijn songtitels hulp heeft gekregen van de veelbevestigende Leuvense schrijver Paul Baeten Gronda. Misschien was mijn muzikale carrière minder desastreus afgelopen als ik ook een auteur had gehad die mijn titels verbeterde. Saskia de Coster ofzo, die zie ik zoiets nog wel doen.

Ze zou er haar werk aan gehad hebben: uit het blote hoofd herinner ik mij nog vondsten als Eliza sleeps alone tonight, Vanilla twice en iets van dertig woorden dat eindigde op but at least you can tell people you’re richer for the experience now. Ja, ik ben altijd al zo’n zelfingenomen eikeltje geweest.

Maar ik had het over Douglas Firs. Een mooi optreden. Ergens in het midden van de set ben ik naar buiten gegaan om te piesen en toen ik terugkwam wist ik niet of ik wel mocht applaudisseren voor het lied dat net afgelopen was. Ik had er nauwelijks iets van gehoord en misschien zou al mijn vorige en volgende applaus betekenisloos en hypocriet lijken als ik nu pro forma wat meeklapte. Mijn leven is een aaneenschakeling van overbodige dilemma’s. Dat geldt waarschijnlijk ook voor de jongens van Douglas Firs: alleen existentiële twijfelaars horen thuis op het podium van Jazz op Zondag.

Toen ik lang na het donker thuiskwam, ontdekte ik dat de professor dit boek voor mij had klaargelegd. Ik weet niet wat hij van plan is, maar ik denk niet dat ik thuis eet deze week: