Mijn lieve mama is onze oude kamers aan het herinrichten en nu ligt mijn hele jeugd op een hoopje in de veranda, te wachten tot ik daar onder dwang herinneringen ga ophalen en zal moeten kiezen welke verhalen ik bijhoud en welke ik voor altijd vergeet. Ze heeft natuurlijk gelijk, mijn mama, het is niet meer mijn huis, het is hun huis en ik woon er niet meer, maar toch: eigenlijk mag je je kind zoiets niet aandoen. Iedereen weet wel hoe overdreven nostalgisch ik ben, na al die verhaaltjes van de lagere school en de hele nachtenreeks.
Vandaag heb ik flink mijn best gedaan. Ik ben meedogenloos geweest. Ik heb brieven van exen weggegooid, en foto’s, en het speelgoedautootje dat eigenlijk een aansteker was. Dat had mijn vader ooit gekregen als relatiegeschenk van een bedrijf waar ik jaren later zelf drie weken zou werken, dik tegen mijn zin.
Ik moet het in stukjes doen, dat weggooien. Een half uurtje per week, langer lukt niet. Alleen de dingen waarbij ik een krop in de keel krijg, mogen mee naar Leuven. Gij doet mij wat aan, moeder.