The easy road, the easy road

Ja, sommige momenten zijn uiteraard mooi. Wanneer ik onderweg ben, enthousiast als een jongetje achter het stuur van een veel te grote bestelwagen, en dat Bruce Springsteen dan onverwacht op de radio komt, terwijl ik vóór en naast mij de zon door een vier-, vijflagig wolkendek zie breken en er net dan ook nog eens tientallen vogels tegelijk opvliegen uit de velden naast de snelweg, zoals op die ene foto van mijn nichtje die ik zo prachtig vind. Dit zou een scène uit een film kunnen zijn, bedenk ik dan, aan het begin van een romantische komedie, bijvoorbeeld, of op een andere plek waar iemand hoopvolle verandering wil uitbeelden zonder per se veel moeite te doen.

Maar dat zijn het ook maar, momenten, en zo kan het dan evengoed dat ik een kwartier later vastzit achter een vrachtwagen die een andere vrachtwagen probeert in te halen met exact dezelfde snelheid, en dat mij dan de algemene zwaarte van de situatie weer overvalt, dat ik de klem om mijn hart voel zitten, niet omdat ik me specifieke scènes uit het afgelopen jaar opnieuw herinner, maar gewoon omdat alles wat is gebeurd deze pijn in groeven heeft uitgesleten in mijn lichaam, zoals onafgebroken gedruppel ook een steen van vorm kan doen veranderen.

(Wacht, ik vergis me: er was toch één scène die mij onderweg opnieuw te binnen schoot. De radio speelde een nummer van First Aid Kit, uit de enige cd waarnaar ik kon luisteren toen ik, nadat alles net was begonnen fout te lopen, een paar dagen logeerde bij het liefste meisje van Amsterdam. Ik kende de toegangscode voor haar iPad niet, dus kon ik terwijl zij was gaan werken enkel steeds opnieuw op de ‘play’-knop duwen en zo gebeurde het dat ik dat ene album over en over heb gehoord terwijl ik in een veel te roze zetel lag te huilen.)

Ik weet dat ze het goed bedoelen, alle mensen die mij vertellen dat ik dit als een nieuw begin moet zien, maar zo werkt het leven niet. Er is maar één beginpunt, dat ligt in de jaren tachtig of nog lang daarvoor, en één einde, ergens in de komende vijftig jaar, en de enige mogelijkheid om in het leven een blij of een droevig verhaal te zien, is om jezelf te bedriegen door deze punten artificieel te verleggen. In de realiteit beslist niemand: ‘we vertellen dit verhaal vanaf december en alles wat daarvoor kwam, maakt nu niet meer uit.’ Alleen in een film kan je het verleden wegfilteren tot het hoofdpersonage nog slechts dubbele, maar geen drie- of vierdubbele gevoelens kent, tot er maar nét genoeg problemen overblijven om voor wat gelaagdheid te zorgen, maar niet zoveel dat alles onoverzichtelijk wordt.