Zo stel ik het mij voor: geen grote gebaren, geen bravoure, geen allesverzengend vuur. Niet meer dan een blik bij het openen van de deur, die zegt: “Daar ben je. Dat heeft lang geduurd.”
Hoe vertel je iemand wat je het liefste wilt? Terug naar wat je ooit – wanneer was dat ook weer? – heel even hebt gekend. Een nieuwe kans op het plan dat was, onbewogen door de dag met de gedachte aan wat er ’s avonds op je wacht.
Stap naar binnen. Leg je handen om haar uitgeputte hart. Luister hoe ze hijgt – het ritmische op en neer van haar bebloede vacht.
Dat is hoe ze komen zal. Vanaf dan: bang wachten tot ze gaat.