You look like rain

Na een halve dag babysitten op twee peuters die schipperden tussen opstandig en hartverscheurend lief – en de daarbijhorende onderdompeling in het universum van Kaatje, waarbinnen de mij vertrouwde wetten van de logica geen enkele vorm van houvast boden – kwam ik volkomen afgepeigerd thuis, niet in staat om nog meer dan vier stappen te verzetten.

Gelukkig waren het maar drie stappen tot aan mijn stamcafé van jaren terug, waar ik had beloofd mijn beste vriend gezelschap te houden terwijl hij het rockgroepje van een kennis beoordeelde. Tijdens het wachten liep toevallig ook mijn allerliefste vriendin naar binnen, die ik eerder die dag door het babysitten nog was misgelopen.

Het groepje was opgebouwd rond een jongen met belachelijk perfect haar en zijn oude muziekleraar van de middelbare school. Ze speelden onder andere een goedbedoelde cover van Morphine en terwijl hun gitarist daar minutenlang overheen soleerde, dacht ik terug aan de avond waarop ik hier zelf op het podium had gestaan. Van dat optreden kon ik me niet zo veel meer herinneren, behalve dat ik niet onaardig mondharmonica had gespeeld tijdens een goedbedoelde cover van Ryan Adams. Wel wist ik nog goed dat ik weken voor het optreden al had beslist dat ik mij na die avond nooit meer actief met muziek zou inlaten – een belofte waaraan ik mij sindsdien trouw heb gehouden. Ik heb het spelen nooit gemist. Mijn ambitie om dingen te maken was te groot om haar te kunnen delen met een groep.

Na afloop liepen we allebei, de beste vriend en ik, meteen weer naar huis. We moesten de volgende dag vroeg op, we moeten elke dag vroeg op. Een vrouw brak de hak van haar schoen op de kasseien van een buiten ons verlaten marktplein. Ik liep verder naar beneden, voorbij steeds oudere gebouwen, voorbij het gebouw waar ik ooit een meisje had gezoend tijdens haar werk. In het kwartier dat me nog restte voor ik thuis zou zijn, dacht ik na over in welke stad ik binnenkort zou wonen, en hoe het zou voelen om daar geen herinneringen te hebben en om er ’s avonds niet meer toevallig iemand tegen het lijf te kunnen lopen van wie ik hou.