Het was al donker geworden. Het meisje rookte. Ik lag onderuit gezakt op de passagierszetel en probeerde mezelf wakker te houden, terwijl ik keek naar hoe het tipje van haar sigaret fel oplichtte telkens wanneer ze de as aftikte door het open raam. Op de radio speelde de soundtrack van Searching for Sugar Man. Het meisje zong mee, heel zacht en heel hoog. Ik denk niet dat ze zelf doorhad dat ze dat deed.
Het begon te regenen, eerst een paar druppels, maar al na een paar minuten goot het zo hard dat we de wegmarkeringen of de andere auto’s niet meer konden zien. Er viel zo veel water dat het leek alsof onder ons de wereld gewoon wegspoelde. Alles zag zwart, af en toe gleed de auto onverwacht weg naar links of rechts. De muziek bleef doorspelen en hier, op dit moment, in deze omstandigheden, op deze plaats – helemaal nergens meer – was het het mooiste wat ik ooit had gehoord.