Als er nog maar iemand bestond die wist hoe hij een maatschappijkritische roman moest schrijven, een boek waarin de dystopische gruwel afgemeten en geleidelijk wordt meegegeven in de sfeer en de omgeving en de handelingen – of de beperking daarvan – van de personages, in plaats van in paginalang uitgesmeerde monologen waarin als in een powerpointpresentatie de voor- en nadelen van Het Heersende Systeem op een rijtje worden gezet. Los daarvan duurde het maar een bladzijde of dertig voor ik De Cirkel van Dave Eggers moest wegleggen, compleet gestresseerd door de dwang die de sociale media toen al uitoefenden op het hoofdpersonage – waarschijnlijk omdat die dwang daar, zo vroeg in het verhaal, nog volledig herkenbaar aanvoelde.
Gelukkig was daar, op de avond dat ik het boek dan toch uit had, de laatste tastbare vriend die ik heb gemaakt, om mij opnieuw de realiteit in te trekken. Hij nam mij mee naar het optreden van Madensuyu, op de plaats waar wij dat duo vijf jaar geleden hadden ontdekt en waar wij met opengevallen mond en bloedende oren hadden staan kijken hoe zij, als invitees van The Sedan Vault, hun hoofdprogramma compleet de overbodigheid inspeelden.
Madensuyu was net als wij volwassen nu en mocht zelf een voorprogramma meebrengen, waarvan niet veel meer te zeggen valt dan dat het duidelijk veel naar Joy Division had geluisterd en mij voornamelijk zin gaf om thuis zelf ook naar Joy Division te gaan luisteren. De zanger verliet regelmatig het podium om een nummer te zingen vanuit het publiek. Er waren nog niet zo veel mensen. Ik zag een man die op Def P leek en een man die op Tom Naegels leek en meisjes met glitterschoenen en een muts.
De jongen vóór mij probeerde een van de meisjes te versieren door zo vaak mogelijk in haar richting te kijken en dat deed hij zo verlegen en zo opdringerig tegelijk dat ik het liefst van al zijn kaak wilde breken.
In de plaats daarvan deed ik mijn ogen dicht toen Madensuyu opkwam en liet het lawaai alle gedachten van de voorbije week uit mijn hoofd wegblazen. Zo, zonder de filter van de taal, kwamen de gevoelens niet minder hard binnen dan daarvoor, integendeel, maar ik hoefde mij tenminste een uur lang niet af te vragen wat zij betekenden of wat ik ermee aanmoest.