Het was zo’n avond tussen werkdag en werkdag en ik nam de bus, om een aantal redenen behalve dan dat ik ergens moest zijn. Het was zo’n avond waarop het herfst werd en al vroeg donker en daarbij regende het ook nog eens, zodat ik niet veel anders kon doen dan een beetje kijken naar de druppels op het raam. De kleine iPod had daar een juist muziekje bij gekozen en voor ik het wist zat Kate Nash in een eindeloze lus te zingen over spijt.
Ik ga niet ontkennen dat ik de tristesse meestal zelf opzoek, maar zolang ik weet wanneer ik moet stoppen en ik me niet inschrijf op een Finse school val ik daar niemand mee lastig.
Even later liep ik daar in de regen door een Leuven dat zo leeg was als de bus. Ik ging op visite waar Geert nu woont en ik kreeg wijn in een glas. We gingen kijken naar de studenten op straat en wat zagen ze er jong en ondernemend uit. Het werd een avond waarop ik alles heb gedaan wat ik wou en het toeval was mijn vriend en ook op de bus naar huis heb ik maar één nummer gehoord.
Eigenlijk is het helemaal zo slecht nog niet om altijd die tristesse na te jagen. Als dat mislukt, heb ik me tenminste nog eens goed geamuseerd.