Korfbal

“Ik heb vroeger nog korfbal gespeeld,” zei ik tegen het meisje – nu ja, meisje, ze was ouder dan ik en al moeder, maar ze kon nog gemakkelijk voor een meisje doorgaan. Niet dat ik zo te koop loop met mijn sportief verleden, maar op zoek naar een geschikte plaats om foto’s te nemen, passeerden we een wegwijzer naar een korfbalveld. Het woord en begeleidende icoontje riepen beelden op waaraan ik al jaren niet meer had gedacht.

Ik was acht of negen, en een dorp verderop was net een korfbalclub opgericht, dus vonden mijn ouders dat ik dat maar eens moest proberen. Ik bleek geen begaafd korfballer. Ik had niet de coördinatie die nodig was om een voetbal door een losstaand tuinornament te gooien en bovendien zag ik de logica niet in van het spel: waarom zou ik niet mogen scoren, alleen maar omdat er plots iemand voor mij kwam staan met zijn armen in de lucht?

Ik herinner mij een toernooi, ’s avonds bij kunstlicht op het terrein van Stade Leuven. Ik was zo slecht dat ik met de tegenstander moest meespelen wanneer die jongens tekort kwam, wat regelmatig voorviel. Dan kreeg ik een plastic hesje en werd ik in een groep vreemde kinderen gegooid die ook goed genoeg wisten dat ze maar beter niet de bal aan mij konden doorgeven. Die avond kreeg mijn vader daarover ruzie met de trainer.

Van die trainer weet ik enkel nog dat hij twee kootjes miste aan zijn middelvinger. Dat kon je goed zien wanneer hij voordeed hoe we een bal moesten vasthouden: stevig met beide handen, de vingers gespreid. Aan één kant van de bal hield de middelvinger dan opeens veel vroeger op dan verwacht. Toch begrepen we wat hij bedoelde.

Korfbal is een gemengde sport. Dat betekent dat ik toen voor het eerst twee keer per week ook meisjes zag die niet bij mij op school zaten. Eén van die meisjes heette Carla. Carla had halflang krullend haar en ik dacht dat ik verliefd op haar was, want ik had een keer over haar gedroomd. Niet dat ik haar zo bijzonder mooi vond, of zelfs maar ooit met haar had gesproken, maar ik was ervan overtuigd dat over iemand dromen alleen maar kon betekenen dat je verliefd op haar was. Ik heb mijzelf in die tijd veel van zulke verliefdheden aangepraat: ik droomde en droom nog steeds het vaakst over mensen die ik nauwelijks ken.

Na een paar jaar ging de korfbalclub failliet. Ik weet niet of ik op dat moment al was opgehouden met naar de trainingen te gaan, maar ik vermoed van wel. De trainer en Carla heb ik nooit meer gezien. Het meisje en ik volgden de wegwijzer niet. We liepen de andere kant op en gingen foto’s nemen aan twee vijvers, op ruim honderd meter van het korfbalveld.