Categorie: boek

Wil je met een meisje praten?

Omdat ik echt geen nieuws over cokeheads meer kon verdragen, trok ik vandaag naar het STUKcafé om mij te laten verrassen door Douglas Firs. Zanger Gertjan bekende dat hij bij een van zijn songtitels hulp heeft gekregen van de veelbevestigende Leuvense schrijver Paul Baeten Gronda. Misschien was mijn muzikale carrière minder desastreus afgelopen als ik ook een auteur had gehad die mijn titels verbeterde. Saskia de Coster ofzo, die zie ik zoiets nog wel doen.

(meer…)

En het improvisatiemeisje noemde mij een beest

Het was stil in de woonkamer toen ik binnenkwam, en op de televisie was de kist van Nand Buyl te zien. Zijn collega’s vertelden wat iedereen al wist: dat mijnheer Buyl een groot acteur en een geweldig man was. Chris Lomme zei dat zijn dood voor haar niets veranderde, ze zou elke dag met hem blijven praten zoals ze dat nu al jarenlang elke dag had gedaan.  Anderhalf jaar geleden zat ik in Overpelt een spaghetti te eten aan een tafeltje naast dat van die mensen op het scherm. Later op de avond zouden zij samen Spoon River spelen. Het was moeilijk om niet de hele tijd naar hen te kijken, omdat er zoveel vreugde van hun gezichten afstraalde. Logisch, als je het werk waar je zo van houdt zo lang met zoveel plezier mag blijven doen. Zoals mijnheer Buyl dat heeft gedaan, tot het niet meer lukte.

Het is mijn favoriete theaterherinnering, ook al heb ik het stuk  die avond  niet eens gezien. Ook al gebruik ik die anekdote hier alleen maar als brugje naar het Politikatoneel 2009.

(meer…)

A weekend in another city

I.

Sinds deze week is het voor het eerst niet meer donker wanneer ik thuiskom van het werk. Ik heb nog geen muziek die daarbij past. Mijn liedjes klinken nog zwart in plaats van fel donkerblauw.

II.

Ik ga naar de bakker, nog maar voor de tweede keer sinds ik hier woon. Meestal zie ik te erg op tegen de drukte in de winkel, tegen de keuze tussen mezelf haasten of ongewassen onder de mensen komen. Het komt erop neer dat ik nog liever niet eet dan naar buiten te gaan. Dat lijkt mij geen normaal gedrag.

III.

De bus naar Den Bosch is twee keer groter dan nodig. De jury duwt de hele tijd in mijn rug en voert een discussie over de kandidaten. Zachte vrouwen zijn sterke vrouwen, zeggen ze. Buiten glijden paardjes in en uit het raam. De paardjes dragen een jas. Haha, ze denken dat ze mensen zijn.

IV.

De fotograaf van het ontvangstcomité kijkt ontgoocheld wanneer hij ontdekt wie de deelnemers zijn. Hij heeft net een kwartier lang foto’s van mí­j staan maken.

V.

Simonis brengt een meer dan puike set, maar het is Bo met de droeve oogjes die wint. Ze wil niet naast mij zitten op de terugweg. Wat een kapsones, nu al.

Gedichtendag

treed binnen allerzwartste
met je gezandstraalde ziel
gerangschikte tranen
treed binnen en brul als een dame

schreeuw onder een houten doek
opnieuw cadenza na cadenza
sterf in een lijf dat niet van jou is
zing tot bloedens toe
____________________ik wacht

beuk open de rode zaal
ik heb haar schoon en stil gemaakt
en smeek je wees mijn opera
da capo
______________kus dit lege hart

Goed, dan springen we maar mee op de kar. Maar alleen omdat Nasr Dichter des Vaderlands geworden is. Wie meer van knip- en plakwerk houdt dan van poëzie, kan de gratis Spinvis/Vinkenoog-EP Ritmebox downloaden.

Faces and names only cause problems for me

Ik denk dat de zomer  bijna voorbij was toen ik Louis Van Dievel op de televisie hoorde vertellen over zijn  pas uitgekomen roman Een  familiegeschiedenis, grotendeels verzonnen en danig opgesmukt. Dat deed hij zo goed dat ik bij mezelf dacht: “makker, misschien moeten we dat boek maar eens kopen.” Nu zal niemand mij tegenspreken wanneer ik zeg dat Louis Van Dievel niet meteen een naam is die je na één keer horen al definitief  in  je geheugen grift. Nooit meer aan dat boek gedacht.

(meer…)

A year’s a long time to be doing nothing with your life

Oh god, is het weer december? Ik weet het, het spijt me. Ik vind het zelf ook maar niks, maar als we allemaal even doorbijten is het zo weer voorbij, dat eindejaarslijstje 2008:

  • Boek: 2008 was een mager jaar, maar Nemen wij nu samen afscheid van de liefde maakte veel goed. Het mooiste dat ik gelezen heb is al tien jaar oud en heet Moab is my washpot. De Britse Kartonnen dozen, zeg maar, maar dan nog eens tien keer sterker.
  • Cd: Glasvegas, zonder twijfel. De stad Glasgow op muziek gezet, al weet ik dat niet zeker. Ik ben nog nooit in Glasgow geweest. Ik heb er wel al over horen vertellen. Een tweede plaats voor Get Cape Wear Cape Fly, brons gaat naar Bon Iver. Version van Mark Ronson is eigenlijk van 2007, maar heeft hier wel het hele jaar lang opgestaan. We hebben wat afgedanst, ja.
  • Film: nu kan je zeggen wat je wil, het meest heb ik mij geamuseerd met de Colin Farrell-bilogie Cassandra’s dream en In Bruges. Cinema is niet alleen een culturele ervaring. Als het gezelschap dan toch zo’n grote rol speelt, kan ik evengoed ook Vicky Christina Barcelona en Sunrise vermelden.
  • Theater/concert: ik had al voorspeld dat For all the wrong reasons hier zou opduiken als beste toneelstuk. Onderschat mijn Zesde Zintuig maar niet. Een tweede keer Berlin en een eerste keer Leonard Cohen waren ook memorabel. Bij Adam Green in de AB en The Cribs op Pukkelpop voelde ik mij weer zeventien en gelukkig.
  • Televisie: televisie is leuk, maar radio was the thing this year. Toch heb ik hard gelachen met Frankie Boyle in Mock the Week, had Stephen Fry in America drie keer langer mogen duren en is Man bijt hond sinds de Gentse invasie goed voor een drietal legendarische televisiemomenten per week.
  • Gebeurtenis: mijn opa is er nog, al de rest is bijkomstig. Onder meer bijkomstig: dat ik mijn eerste job en een paar geweldige collega’s heb achtergelaten voor iets beters. Dat ik het niet erg meer vind dat ik nooit helemaal tevreden zal zijn. Dat ik niet heb geweend, behalve bij liedjes van Tim Vanhamel. Et tu, Brute?

Treed binnen allerzwartste

Kutplaatsen, kutstoelen, kutzaal.

Dat was mijn recensie van Geletterde mensen: Ramsey Nasr & Mauro Pawlowski. Dankjewel. Kleine buiging. Het is moeilijk om veel te vertellen wanneer ik het podium niet eens heb gezien.

Toch een kleine addendum: de voorstelling is met de grootste zorg zo spontaan en rommelig mogelijk in elkaar geknutseld. Mauro is niet de beste dichter ter wereld, maar kan wel goed nonchalant zijn, liedjes spelen en achteloos een pointe laten vallen. Ramsey Nasr is wel de beste dichter ter wereld en spreekt met zoveel charisma dat hij Barack Obama Els De Schepper laat lijken. Ik ben verliefd op Ramsey Nasr, ja. Dat betekent niet dat ik opeens geen womanizer-wommah-womanizer meer zou zijn.

Hoogtepunten? Ramsey en Mauro die – meerstemmig, uiteraard – de mooiste zinnen uit Onhandigend bloesemend zingen. Kapitein Zeiksnor en zijn woorden als water. De ontdekking dat we allemaal sincerely average zijn. Dat ik waarschijnlijk opnieuw een kaartje koop. Ik zou het allemaal graag eens zién ook.