Vandaag nog hou ik op met schrijven. Geen columns meer, geen verhalen over andere meisjes, geen boek een, twee of drie. Gedaan met opschrijfboekjes, met mijn zondagen op café in het gezelschap van andere nietsbelovende nitwits. Verbeelding kan maar één mond voeden, voor twee heb je minstens brood nodig
Categorie: boek
Let me get my hands on your mammary glands
Vannacht heb ik gedroomd dat ik mijn eigen mond dichtnaaide. Dat deed ik ook nog eens op een heel inefficiënte manier. Daarover later misschien meer.
Eigenlijk wilde ik dit stukje beginnen met een bedankje voor al jullie reacties op Generatie A. Elke comment, sms en anonieme e-mail was even onverwacht als ontroerend als verslavend. En toch kan het niet blijven duren: deze week krijgen jullie opnieuw een tussendoortje over een zinloos en voorspelbaar onderwerp. Ik ben die gekke man op de bus, die tegen je blijft praten omdat hij niet merkt dat je ondertussen muziek aan het luisteren bent.
Over muziek gesproken: de nineties revival waarmee the Man ons nu al twee jaar lang om de oren slaat, is net een stuk draaglijker geworden. Skunk Anansie is terug! Weezer is terug! De Heideroosjes waren al terug! Tijd om te doen wat Bowie al zong op mijn geboortedag. Tijd om mijn rode schoenen aan te trekken en de blues weg te dansen.
You And Your Perfect Life
Ze lachte al redelijk uitnodigend toen ik binnenkwam, vond ik. Ze zat met opgetrokken benen in een zetel die veel te groot was voor haar alleen – misschien was dat de reden – en ze las Zen and the art of motorcycle maintenance. In het Engels, zoals ze ook Engels praatte tegen het meisje dat haar haar cappuccino bracht.
Ik bestelde koffie en ging tegenover haar zitten, aan de andere kant van de kamer. Uit een plastic zak haalde ik Juliet, Naked van Nick Hornby. Ook in het Engels, maar dat kon zij niet zien: ik haal altijd de omslag van mijn boeken voor ik ze ergens mee naartoe neem. Ik verdraag het niet dat wildvreemden zich een oordeel over mij vormen, alleen maar aan de hand van wat ik lees.
People shimmer and they glow right before they go
Er zijn weken waarin gij het thuis niet meer kunt verdragen, Yezerskiy, en dat is geen schande. Dan stapt gij gewoon in de auto en dan rijdt gij naar Hasselt, er is daar een café waar gij kunt praten over muziek en over comedy, over meisjes en over schrijven. Of neemt anders de trein naar Gent, voor een koffie op de Korenlei, voor de boekvoorstelling van Paul Baeten Gronda in de Vooruit. Douglas Firs zal daar spelen. Gij hebt die mannen dit jaar al eens gezien in het STUKcafé en sindsdien wilde gij alleen maar méér. “Wie een nummer als Shimmer & glow geschreven heeft, kan niet genoeg gehypet worden”, hebt gij toen gezegd. En dat dat lied standaard zou moeten beginnen spelen zodra gij ergens een kamer binnenstapt.
Who mistook the steak for chicken?
Reza en ik hadden de mooie gewoonte om als we in geldnood zaten bij dure zaken te winkelen, gebonden boeken te kopen en eersteklas te reizen. En als we echt platzak waren, dan spraken we onze laatste girocheques aan om chic te dineren.
Dat vertelt het hoofdpersonage uit het boek dat er tien jaar geleden voor heeft gezorgd dat ik weer romans ben beginnen lezen. Deze week schoot dit fragment mij te binnen nadat ik een paar hardbacks had gekocht, uitgenodigd werd voor een etentje in een grotemensenrestaurant en voor één keer een ticketje eerste klas nam, om daar ongestoord het einde te kunnen lezen van Het Diner.
De woorden “zestiende druk” maken dit tekstje belachelijk overbodig. En toch: dat dat nog kan tegenwoordig, een boek met maar één verhaallijn, die met de grootste zorg, legoblokje na legoblokje, wordt opgebouwd. Een boek dat je dwingt om steeds sneller en sneller te lezen, de briljante tweede en derde laag koudweg over te slaan, te racen naar het einde om te kijken of de onthullingen daar je even hard in het gezicht slaan als de verrassingen onderweg.
Voor wie toch nog niets over dit boek gelezen zou hebben: houden zo. Koop het, haal de kaft ervan af zonder de promotiespoilers te lezen en trek twee dagen later samen met mij een pruillip omdat we Het Diner nooit meer voor het eerst kunnen lezen.
Vinkenoog
Ik wil op alles dieper ingaan,
ik wil voor alles tijd, om uit te leggen, vast te leggen,
te verklaren,
maar de plaat draait verder,
en mijn stem ligt vast
in een zwarte groef
Er is te weinig tijd, en omdat er te weinig tijd is willen wij dat er van ons iets achterblijft. Een brief waarvan haar man niet weet dat ze hem bijhoudt, een vergeelde foto in een portefeuille, een stem uit de groef van een lp die iemand op een rommelmarkt heeft gekocht omdat hij de hoes zo mooi vond.
Vandaag vraag ik u maar één ding: klik hier en download Ritmebox. Het kost u niets, en Simon Vinkenoog zal tenminste nog negentien minuten verderleven.
We built an entire world
Afgelopen december heb ik mijn meter een brief geschreven voor haar vijftigste verjaardag. Sinds haar scheiding van de broer van mijn vader, ondertussen al jaren geleden, heb ik haar nauwelijks nog gezien en dat is iedereen zijn schuld en dat is niemand zijn schuld. Rode draad door die bewuste brief werd het mooiste boek uit mijn verzameling: een lichtgroene hardcover van Winnie de Poeh die ik twintig jaar geleden van haar heb gekregen op nieuwjaarsdag. Ik heb even getwijfeld of ik het resultaat hier ook zou posten, maar daar heb ik uiteindelijk van afgezien. De grens tussen mezelf en het personage dat ik cultiveer mag niet te duidelijk worden.