Er zijn die twee prentjes die je al van op de lagere school te zien krijgt, om je te leren wat de goede en de foute manier is om zware voorwerpen van de grond te tillen. Door de knieën: goed, groen vinkje. Door de rug: fout, groot rood kruis. Eén keer niet meer aan die prentjes denken in je volwassen leven volstaat om drie dagen op rij op de grond te moeten zitten omdat kussens te zacht zijn en je enkel nog voorover gebogen te kunnen voortbewegen.
Categorie: stad
Roll me over slowly
Dit weekend leerde ik toevallig het begrip ‘I want song’ kennen. Het is de naam die wordt gegeven aan het typische nummer aan het begin van een Disneyfilm, of bij uitbreiding elke musical uit de vroege Hollywoodjaren, waarin de protagonist vertelt wat hij het allerliefst wil en waarnaar hij de rest van het verhaal op zoek zal zijn.
Ik kon niet anders dan denken aan het afgelopen jaar, waarin iemand mij verplichtte om mijn eigen I want song te schrijven, of om op zijn minst eindelijk eens na te denken over wat voor mij belangrijk was en dat hardop uit te drukken.
Tijdens dat nadenken liep het leven gewoon door en net op het moment dat ik mijn I want song af had, gebeurde er van alles waardoor het er opeens naar uitzag dat van wat ik net had bedacht, niets meer mogelijk zou zijn. Net zoals in de film draaide ik rondjes en probeerde met alle macht het probleem op te lossen terwijl de situatie er steeds uitzichtlozer begon uit te zien.
Ik had meer moeten vertrouwen op wat ik al zo lang weet over film: er komt altijd nog een tweede plot point en een derde act met een ontknoping en een moment waarop de protagonist buiten door de stad loopt, op een lenteavond in Amsterdam bijvoorbeeld, en kijkt naar de reflectie van de straatverlichting op het water en in zichzelf begint te neuriën en pas na een tijdje doorkrijgt dat het de melodie van zijn I want song is die hem onbewust ontsnapt.
Kassa
Aan de kassa van de Delhaize ergerde ik mij een beetje aan het meisje voor me in de rij, niet door de hoeveelheid boodschappen die ze had – die bestonden uit niet meer dan een fles wijn, een pak spaghetti en één eetrijpe avocado – maar doordat ze bewust géén balkje neerlegde toen ze zag dat ik eraan kwam.
Bij het afrekenen weigerde de machine haar betaalkaart. Het meisje veegde even met de chip over haar wollen trui en probeerde opnieuw, zonder succes. ‘Het is de chip,’ zei de kassajuffrouw. ‘Waarschijnlijk moet je ermee naar de bank.’ Het meisje haalde een tweede kaart boven, maar ook die werd niet aanvaard. Besluiteloos en met een rood hoofd keek het meisje van haar portefeuille naar haar boodschappen, van de ongeïnteresseerde kassajuffrouw naar mij en de rest van de rij. Daarna vroeg ze of ze de spullen aan de kassa kon achterlaten terwijl ze snel ergens geld zou gaan afhalen. Ik dacht na: ik kon me niet meteen een automaat bedenken in de buurt.
I can’t get my head around it
I need my girl (Brussel, 25/6/13 – Brussel, 22/3/16).
Slechts 84% plagiaat.
It‘s all gone slow motion
Als ik iets minder lang had getreuzeld, met aankleden of met het eten van de kat, zou ik om half tien op de metro hebben gezeten aan Kunst-Wet. In de plaats daarvan heeft alles wat gebeurde zich ontvouwd terwijl ik nog onderweg was naar Brussel. Ik zag de chaos toenemen en de politie zenuwachtiger worden, maar wist niet wat er precies was gebeurd. Hoe ernstig het allemaal was, drong pas door toen ik alweer met een koffie aan mijn bureau zat.
Ik verkocht mijn ticket voor het optreden van Tindersticks die avond, omdat ik snapte dat ik nooit in Leuven zou geraken en omdat ik geen enkele zin meer had in muziek die mijn eigen verdriet versterkt. Ik dacht aan het nummer Days of Fire, dat Nitin Sawhney schreef na de aanslagen op de metro in Londen, en waarvan ik altijd had gehoopt dat ik het gevoel waarover hij zong nooit zelf zou kennen. Ik drukte op ‘play’ en het gevoel waarover hij zong kwam in één keer staalhard binnen.
De dag ging voorbij zonder werken. Ik ging naar buiten en liep door de stad tot de wachtrijen aan de stations zouden wegebben. Ik zag de zonverlichte straten die ik elke lente zie en ik dronk een Geuze waar ik altijd een Geuze drink. Ik wilde niet alleen zijn, maar ik wilde zeker niet zijn bij mensen die ik niet goed genoeg ken. Ik twijfelde om een bus te nemen naar het dorp van mijn moeder, maar ook dat deed ik uiteindelijk niet. Ik wilde alleen maar bij jou zijn, maar ik wist niet hoe dat kon.
De stad liep langzaam leeg. Ik stapte in een doodstil station op een vertraagde, lege trein en kwam uren later pas thuis in een huis waar niemand op mij wachtte. Ik keek naar de nieuwsuitzendingen op de televisie en ik dacht aan de zin die ik een paar maanden eerder had opgeschreven, na de aanslagen in Parijs: ’terreur bedreigt alleen wie een toekomst heeft, of zich kan voorstellen hoe die eruit ziet.’ Het maakt geen verschil of ik morgen opnieuw de metro neem of niet.
The easy road, the easy road
Ja, sommige momenten zijn uiteraard mooi. Wanneer ik onderweg ben, enthousiast als een jongetje achter het stuur van een veel te grote bestelwagen, en dat Bruce Springsteen dan onverwacht op de radio komt, terwijl ik vóór en naast mij de zon door een vier-, vijflagig wolkendek zie breken en er net dan ook nog eens tientallen vogels tegelijk opvliegen uit de velden naast de snelweg, zoals op die ene foto van mijn nichtje die ik zo prachtig vind. Dit zou een scène uit een film kunnen zijn, bedenk ik dan, aan het begin van een romantische komedie, bijvoorbeeld, of op een andere plek waar iemand hoopvolle verandering wil uitbeelden zonder per se veel moeite te doen.
Trein
De jongen tegenover mij keek vreemd op toen ik mijn treinkaartje begon te scheuren – eerst in twee, maar al snel ook in vier en acht en zestien stukken – om de bladzijden bij te houden in het boek dat ik aan het lezen was, omdat zo veel passages rechtstreeks over mij leken te gaan, al snap ik natuurlijk wel dat dat niet écht zo was. Toen we het station binnenreden, keek ik naar de weerspiegeling van het voorbijglijdende perron in het glas van de deur en verloor mijn evenwicht, omdat wat ik zag niet overeenkwam met wat mijn lichaam voelde, ook al was ik mij op elk moment bewust van het bedrog dat speelde in mijn hoofd.