Aan de kassa van de Delhaize ergerde ik mij een beetje aan het meisje voor me in de rij, niet door de hoeveelheid boodschappen die ze had – die bestonden uit niet meer dan een fles wijn, een pak spaghetti en één eetrijpe avocado – maar doordat ze bewust géén balkje neerlegde toen ze zag dat ik eraan kwam.
Bij het afrekenen weigerde de machine haar betaalkaart. Het meisje veegde even met de chip over haar wollen trui en probeerde opnieuw, zonder succes. ‘Het is de chip,’ zei de kassajuffrouw. ‘Waarschijnlijk moet je ermee naar de bank.’ Het meisje haalde een tweede kaart boven, maar ook die werd niet aanvaard. Besluiteloos en met een rood hoofd keek het meisje van haar portefeuille naar haar boodschappen, van de ongeïnteresseerde kassajuffrouw naar mij en de rest van de rij. Daarna vroeg ze of ze de spullen aan de kassa kon achterlaten terwijl ze snel ergens geld zou gaan afhalen. Ik dacht na: ik kon me niet meteen een automaat bedenken in de buurt.