“Je gaat hierover schrijven, he?”, vroeg ze terwijl ze voor de zoveelste keer die avond aan de uitslag op haar armen krabde. Ik knikte. Ik was in Mechelen met Maartje, bekend van het internet, die daar deze week woont omdat ze op de konijnen van haar broer moet passen. Ze gaf die konijnen ook het oranje van de wortel te eten en hoe vaak ik ook herhaalde dat dat geen goed idee was, ze zou dat blijven doen.
Maartje praatte over een land waar ik nooit ben geweest op een toon die verliefdheid verried, en voegde daaraan toe dat ze nooit op die manier over mij zou kunnen spreken. Ze had avontuurlijke verhalen over klapbanden in de woestijn en kinderen die haar de waterijsjes uit de handen graaiden en autorijden aan de verkeerde kant van de weg, vertelde ze, dat is even moeilijk als met de ene hand cirkels draaien over je buik terwijl je de andere op en neer boven je hoofd beweegt.
We dronken wijn in café’s voor vrouwen van middelbare leeftijd en daarna bracht ik haar in ruil voor een foto van Justin Bieber naar huis, of tenminste: naar het huis van haar broer. Toen ik terug in Leuven de foto wilde inscannen bleek mijn iMac niet meer te werken. Ik zette mijn wekker een uur vroeger, zodat ik nog voor de middag naar de computerwinkel kon. Gedoe. Alles is altijd gedoe.