Categorie: mevrouw

Een wereld vol watten

Twee weken geleden beloofde ik iets nieuws. Ik hou mij altijd aan mijn beloftes.

Bijna een jaar geleden leerde ik dankzij Het Laatste Uur Louis Van Dievel kennen, baas van deredactie.be en schrijver van de beste boeken ter wereld. Diezelfde Louis Van Dievel heeft mij maandenlang bespioneerd en mij uiteindelijk gevraagd of ik geen column wou schrijven op de site van zijn nieuwsdienst. Een  aanbod dat ik niet kon afslaan.

Ik kan het toch geen werk noemen als iemand mij komt vragen om te doen wat ik altijd doe: mij halfverdrietig door het leven krabben en daar af en toe iets bij opschrijven? Mijn eerste bijdrage gaat over God en Poeske Scherens en staat, met een beetje vertraging, hier online.

(Mijn naam is verkeerd geschreven en er staan gekke tussentiteltjes in de tekst. Zo wil Louis mij met beide voeten op de grond houden. Er wordt goed voor mij gezorgd.)

Hoe zei Jan Mulder dat laatst nog? “Een columnist is geen schrijver, maar een waarnemer, een béschrijver.” Ik ben nog steeds gewoon die wanker met zijn schriftjes. Maar we gaan ons amuseren, daar op die andere site.

Zeeën van tijd

De camera was op bezoek bij een bejaarde vrouw. Ze woonde in een klein oud huisje en zelf was ze misschien al even oud, écht oud, zoals die vrouwen op de bus die zichzelf met twee handen aan de deur moeten vasthouden bij het afstappen en waarnaar iedereen dan dwaas staat te kijken terwijl hij zich afvraagt of hij nu moet helpen of niet. Zo’n vrouw, dus, toonde op televisie haar werkjes van alledag en echt goed was ik niet aan het opletten, want ik was bezig met de mijne. Ik keek wel even op toen ze begon te praten over een man in de kamer die ze haar tweede echtgenoot noemde.

(meer…)

Ook een beetje rock ‘n’ roll

Naar een artsy film met zijn beste vriendin van jaren geleden, het meisje dat hem raad heeft gegeven bij elk groot dilemma, dat ook de dingen durfde zeggen die hij liever niet wilde horen, dat alle plaatsen die in het decor langsglijden ook zelf heeft bezocht, dat altijd lacht op het juiste moment, dat ook aandacht heeft voor de prestaties van de acteurs die toevallig even niet aan het woord zijn.

Dat er dan een flamencogitarist in beeld komt, compleet met weelderige haardos, snor en volle baard, die de meest ontroerende traditional begint te spelen, en dat zij daarop dan net iets te luid en voor de hele zaal roept: “Hé, dat is Ivo Mechels van Test Aankoop!”

Ge kunt daar nu eens nergens mee komen.

De mevrouw van de schoenenwinkel

Ze praat een beetje gek, de mevrouw van de schoenenwinkel, maar dat kan haar niet zoveel schelen. Ze praat graag, en als je op haar leeftijd net een compleet nieuwe taal hebt geleerd voor je werk, dan kan je die maar beter zoveel mogelijk gebruiken. Of ik hier drie weken geleden ook al niet was, netjes in kostuum? En dat ik toen zo’n mooie schoenen had gekozen.

Ze gaat verder, terwijl ik mijn ogen dichtknijp om in mijn ongeschoren spiegel- beeld die jongen van drie weken geleden te herkennen. Dat dat andere paar waarvoor ik nu ben teruggekomen ook al zo knap is, en dat ik zo’n fijne, speciale smaak heb en hoe dat dat precies zo komt, en dat ik maar moet meegaan wanneer zij binnenkort schoenen gaat zoeken voor zichzelf.

Voor een verkoopspraatje klinkt het allemaal te vriendelijk en vooral niet subtiel genoeg. Daarbij raadt ze mij, nogal ongebruikelijk gezien haar beroep, net áf om de schoenen te kopen. Volgende maand staan ze toch in korting en ze zijn wat aan de dure kant maar daar gaat zeker de helft vanaf en anders zal ze mij wel helpen foefelen met de stickertjes, haha.

Ik ben geen geduldig man, lieve schoenenmevrouw. Wanneer ik iets wil, wil ik het nu en zal ik erin zwelgen tot ik buikpijn krijg van de Mignonettes, tot het een beetje brandt wanneer ik pies na teveel hete Doritos, tot ik vrolijk word na de tweede en melancholisch na de vierde Jameson, tot ik mijn nieuwe schoenen heb afgedragen en de hele wereld ze heeft gezien.

Maar goed, voor deze ene keer. We zwijgen over schoenen, we praten over mijn werk, over haar gezin en de winter die komt. Geen wonder dat er nog zoveel miserie is in de wereld, als een banaal gesprek van tien minuten al volstaat om een hele dag weer goed te maken. Volgens mij worden we nog vrienden, de mevrouw van de schoenenwinkel en ik.

Het is geen race, of toch niet dat er iemand wint.

A. is nog jong. Ze is mijn jongste vriendinnetje. Ze is zo jong dat ik haar haren wil afscheren om er een elixir van te trekken dat mij het eeuwige leven schenkt. Twee jaar geleden heb ik haar leren kennen in het ziekenhuis van Overpelt. Mijn nummer één beste vriend was onder een auto terechtgekomen en ik heb vijf uur op de trein gezeten om te kijken hoe het met hem ging. A. was er ook. Met vrienden die niet kunnen fietsen heb je geen datingsites meer nodig.

A. heeft een militair en twee teckels en sinds kort ook een huisje in K. Ik ben erg jaloers op jonge mensen die hun lange-termijnplan al helemaal op orde hebben, maar ik weet ook dat ik mijn wacky ways  van zomaar wat aanmodderen nooit zou kunnen missen. Maar goed, vandaag ging ik op bezoek in dat huisje in K.  Ik nam koekjes mee en ook een aardappel, want wat teckels lusten weet ik eigenlijk niet zo goed. A. en ik hebben gepraat over agressieve eenden en herinneringen van de speelplaats en binnen een half jaar vinden we wel weer wat tijd om dat nog eens over te doen.

A. is nog jong. Ze is mijn jongste vriendinnetje. De tijd die we samen delen is zo kort dat we de kans niet krijgen om ouder te worden.

De mevrouw van de bus

“Daar is de mevrouw van de bus”, zei ik. Als je elke dag op hetzelfde uur dezelfde bus moet nemen, gaan er ongevraagd een aantal mensen deel uitmaken van je leven. Zo heb ik bijvoorbeeld de ambtenaar met de schoudertas, en de stinkende opa met het jagershoedje, en het schoolmeisje waarover ik niet fantaseer omdat dat van de wet nog niet mag. En dus ook de mevrouw van de bus: ik ben echt heel goed in bijnamen verzinnen. De mevrouw van de bus is een heel gewone mevrouw, niet echt mooi maar niet echt lelijk en, ook al noem ik haar mevrouw, niet eens veel ouder dan ik. Ik ken haar halte, daar stapt ze op, ze kiest een plaats uit wanneer dat nog kan en daarna begint ze een beetje voor zich uit te dromen. Zo is het maandenlang gegaan en ik dacht dat het altijd zo zou zijn, maar na een tijd zag ik dat er iets anders aan haar was. Niet dat ik gluur naar mevrouwen van de bus maar het viel nu eenmaal nogal op: haar buik werd dikker en mensen stonden spontaan recht om plaats te maken. Dan zei ze dank je en dromen deed ze gewoon verder. Nog later nam ze al helemaal de bus niet meer en waren er alleen nog de  ambtenaar, de opa, het schoolmeisje en ik. Pas dit weekend heb ik haar teruggezien. Nog steeds niet op de bus, maar gewoon op straat, zodat het even duurde voor ik haar herkende want zo werkt het geheugen: zonder de juiste context ben je flink genaaid. “Daar is de mevrouw van de bus”, zei ik. Ze was al minder dik nu en ze duwde een koets. Dromen was niet meer nodig, ze leek blij genoeg van zichzelf. Een gewone, blije mevrouw met een baby, niet echt mooi maar niet echt lelijk en niet eens veel ouder dan ik. Binnenkort zal ze de bus weer nemen en het zal lijken alsof er nooit iets  is  veranderd. En aan de ambtenaar en de opa en het schoolmeisje is er niets veranderd en aan mij is er niets veranderd, behalve misschien de muziek waarnaar ik luister. En zelfs die niet eens zo vaak.