Categorie: versjes

Nachten: Diestsevest (5/10)

dit is hoe jij de zeeën hebt gemaakt: je keek omhoog naar
de wolken en een voor een scheurden ze open uit jaloezie.

ik stond er maar wat bij, je kent me, terwijl het water langs me liep
en eilanden maakte waar voordien geen eiland was.

de mensen rondom mij lachten en ze zwommen en ze kwamen  naar
buiten in hun boot, maar ik zag alleen de minder mooie kant:

dat ik nooit nog het geklik zou horen van je hakjes op de
tegels in het huis waar mijn vader nu niet meer woont.

je doet nog wel je best, maar er spatten alleen wat druppels op.

je bent me lang niet dicht genoeg.

(Schaamteloos gestolen van Death Cab For Cutie.)

Kies mij kies mij kies mij: een beginselverklaring

Ik ben San F. Yezerskiy. Ik ben vijfentwintig. Ik zie er niet uit maar ik doe mijn best, ik eet meestal gezond, ik ben altijd beleefd. Ik woon in suburbian nightmare Kessel-Lo en van daaruit pendel ik drie of vier keer per week naar Brussel. Hoe dat zo gekomen is, weet ik niet precies.

Ik ben in staat tot grootse dingen, maar ik denk niet na voor ik iets doe. Meestal ben ik liever lui dan moe: ik zou de man zijn die Amy Winehouse redt, maar dat lijkt me nu zoveel werk. Ik ben bang dat ik doodga voor ik iets van betekenis heb gemaakt, ik ben bang dat dat morgen al zal zijn.

Ik ben er niet echt bij wanneer je met me praat. Ik luister half naar wat je zegt, ik vertel zelf liever niets. Ik schrijf alles op, en ik drink om te vergeten. Ik lees alles terug, en ik drink om te vergeten. Ik schrap, ik gooi alles weg.

Ik ben het voorlaatste glas. Ik ben de traagste van de klas. Ik ben de tekeningen op je benen die het gras heeft gemaakt, die keer toen we zo lang buiten zaten. Ik ben foto’s van vroeger, ik kom nooit meer terug. Ik klink als die plaat van toen, ik ben die film die je nog met je ouders zag.

Ik ben de lieveling van je moeder, zij weet: hij bedoelt het niet slecht. Ik ben niet te vertrouwen, ik ben niet te houden, ik ben niet zo, ik ben niet echt.

Ik beloof dat ik ooit heel veel van ú zal houden. Ik neem dat nu al terug. Ik ben San F. Yezerskiy: kies mij, kies mij, kies mij.

Tijdens Sunrise (F.W. Murnau, 1927)

Kom, neem nu maar mijn hand, dan gaan we naar de zon.
Van hieruit is het nog ver, maar het laatste stuk draag ik je wel.
Ik weet niet of het er mooi is en of we er veel kunnen doen, maar
we zijn er tenminste alleen en we kunnen wat praten onderweg.

Kom, neem nu maar mijn hand, dan gaan we naar de zon.
Alle dieren zijn er dood en het water is er op en mijn geld
en talent zijn er niets meer waard: het wordt even wennen, maar
we zijn er tenminste alleen en we passen ons wel aan.

Kom, neem nu maar mijn hand, dan gaan we naar de zon.
We nemen er de tram, ik ken een zaal met een orkest, daar kunnen
we dansen en de nacht bestaat niet meer. Slapen wordt moeilijk zo, maar
we zijn er tenminste alleen, dus we blijven op en we kijken naar elkaar.

Kom, neem nu maar mijn hand, dan gaan we naar de zon.
Ik weet dat je aarzelt, maar nee, hij mag niet mee, dat begrijp je
nu toch wel? Dat zou wat gênant zijn voor mij en daarbij,
ik heb het je het eerst gevraagd.
.