Categorie: verleden

Tiny tears make up an ocean

Twee weken geleden heeft Stuart Staples een optreden van Tindersticks stilgelegd omdat het publiek zijn kop niet wilde houden. Ik bewonder dat. Ik zou dat ook bewonderen als ik zelf in de zaal stond en een voor mij veel te duur ticket had gekocht. Een stukje van die bewondering zit in:

Kuilen in de vluchtweg.

Ik heb Tindersticks waarschijnlijk leren kennen in de tijd dat ik nog ergens bij hoorde, toen ik nog een studentenkring en een fakbar had. Eén keer per jaar was het daar Duistere Zondag. Dan draaide Michel de plaatjes en ik schonk het bier, vooral omdat ik op die manier zeker niets van de muziek zou missen. Er zat nooit veel volk maar dat vonden wij niet erg, dat paste wel, en af en toe kwam er een flurk vragen of er niets vrolijkers op mocht. Daar lachten wij dan eens smakelijk mee. Tegen een uur of drie zette ik de krukken ondersteboven op de toog en dweilde ik schraal bier en glasscherven en sigarettenpeuken weg. Dat waren schone avonden, jongen, maar krijg zoiets maar eens uitgelegd.

Die buurt bestaat niet meer

Ik liep met mijn handen vol de oprit af, en zij de hare op. Ik verwachtte een beleefdheidsgesprekje terwijl ik de ruitenwisservloeistof van mijn auto zou bijvullen, maar ze negeerde mij en stak zonder omkijken haar sleutel in het slot van de voordeur.

Vroeger was ze altijd kwaad, op alles en iedereen. Op mijn zus en mij, als we weer eens op straat speelden. Of als we in de tuin speelden en er een bal verdween over haar mottige cipressen die de hele wereld aan het zicht onttrokken. Dan stelde mijn mama zich vragen bij haar geestelijke gezondheid, al gebruikte die daar minder diplomatische woorden voor.

Er kwam een dag waarop ze niet kwaad meer was. Dat was een zondag: ik stond al klaar in de gang om te vertrekken naar het nieuwe huis van mijn vader, toen ze op ons afliep en vertelde dat Jules, haar man, gestorven was. Daarna excuseerde ze zich voor haar opdringerigheid. Sindsdien woont ze helemaal alleen in het huis.

Vandaag droeg ik ruitenwisservloeistof naar mijn auto. Zij opende haar voordeur zonder naar mij om te kijken en vóór ze naar binnen liep, drukte ze even op haar eigen deurbel. Zodat ze niet zou vergeten hoe die klinkt.

Baby Jesus born to rock

Als een jaar alleen bestond uit dingen die je in eindejaarslijstjes kan vermelden, dan zou 2009 een prachtjaar zijn geweest.

  • Boek: jullie denken dat jullie mij kennen, dat ik hier Paul Baeten Gronda of Ivo Victoria ga namedroppen in de hoop dat ik een paar vlokjes van hun credibiliteit kan opvangen met mijn tong. Maar jullie vergissen zich. Het mooiste boek van 2009 was Het land van de grote woordfabriek.
  • Cd: Hombre Lobo? Grace/Wastelands? The Cribs met Johnny Marr? Het is nog nooit zo moeilijk geweest om de eeuwigheidswaarde van muziek in te schatten. Alleen Roosbeef zal hier de volgende jaren nog regelmatig opstaan. Roosbeef wel.
  • Film: een heel jaar lang ging het gelijk op tussen Frost/Nixon en  The Wrestler, maar toen zag ik The boat that rocked op betaaltelevisie in een Franse hotelkamer. Zo kan iedereen het halen, natuurlijk.
  • Theater: dankzij Joke Schauvliege is de keuze nog nooit zo groot geweest als dit jaar, ook al draaiden alle stukken rond hetzelfde onderwerp. MARS! stak er met kop en schouders bovenuit.
  • Concert: mooiste ontdekking: Wolf. Meest onverwachte uitblinker: Maxïmo Park. Voor de geschiedenisboeken: Morrissey. Meeste plezier bij: De Heideroosjes. Buiten categorie: Peter Doherty in Lokeren.
  • Televisie: een overbodige vraag wanneer er een nieuw seizoen van Peep Show is uitgezonden. Alhoewel, die documentaires van Belga Sport waren ook fantastisch. En ik hou niet eens zo van sport.
  • Werk: Het Laatste Uur werd afgevoerd, maar Dievel viste mij op en gaf mij een column. Ik heet nu officieel San F. Yezerskiy en geld stroomt binnen en weer buiten. In 2010 ga ik pas écht mooie dingen maken.
  • Herinnering: A Sunday smile, en Tijs.

Hoe zongen Acda & De Munnik dat? “Dit jaar was zo simpel, lief. Niemand ging er dood, jij kwam.” Acda & De Munnik zijn zeveraars. Wie dit jaar kwam, ging meteen weer weg, en iedereen ging dood. Zoveel mensen stierven er, dat niemand zich in december de voorjaarsdoden nog herinnert. Zoals Martin Bril, die mij misschien niet leren schrijven heeft, maar wel leren kijken.  Ik hoop dat er nog wat te zien valt, waar hij nu ook is.

People shimmer and they glow right before they go

Er zijn weken waarin gij het thuis niet meer kunt verdragen, Yezerskiy, en dat is geen schande. Dan stapt gij gewoon in de auto en dan rijdt gij naar Hasselt, er is daar een café waar gij kunt praten over muziek en over comedy, over meisjes en over schrijven. Of neemt anders de trein naar Gent, voor een koffie op de Korenlei, voor de boekvoorstelling van Paul Baeten Gronda in de Vooruit. Douglas Firs zal daar spelen. Gij hebt die mannen dit jaar al eens gezien in het STUKcafé en sindsdien wilde gij alleen maar méér. “Wie een nummer als Shimmer & glow geschreven heeft, kan niet genoeg gehypet worden”, hebt gij toen gezegd. En dat dat lied standaard zou moeten beginnen spelen zodra gij ergens een kamer binnenstapt.

(meer…)

We built an entire world

Afgelopen december heb ik mijn meter een brief geschreven voor haar vijftigste verjaardag. Sinds haar scheiding van de broer van mijn vader, ondertussen al jaren geleden, heb ik haar nauwelijks nog gezien en dat is iedereen zijn schuld en dat is niemand zijn schuld. Rode draad door die bewuste brief werd het mooiste boek uit mijn verzameling: een lichtgroene hardcover van  Winnie de Poeh die ik twintig jaar geleden van haar heb gekregen  op nieuwjaarsdag.  Ik heb even getwijfeld of ik het resultaat hier ook zou posten, maar daar heb ik uiteindelijk van afgezien. De grens tussen mezelf en het personage dat ik cultiveer mag niet te duidelijk worden.

(meer…)

Wil je met een meisje praten?

Omdat ik echt geen nieuws over cokeheads meer kon verdragen, trok ik vandaag naar het STUKcafé om mij te laten verrassen door Douglas Firs. Zanger Gertjan bekende dat hij bij een van zijn songtitels hulp heeft gekregen van de veelbevestigende Leuvense schrijver Paul Baeten Gronda. Misschien was mijn muzikale carrière minder desastreus afgelopen als ik ook een auteur had gehad die mijn titels verbeterde. Saskia de Coster ofzo, die zie ik zoiets nog wel doen.

(meer…)

This paper trail leads right back to you

Mijn lieve mama is onze oude kamers aan het herinrichten en nu ligt mijn hele jeugd op een hoopje in de veranda, te wachten tot ik daar onder dwang herinneringen ga ophalen en zal moeten kiezen welke verhalen ik bijhoud en welke ik voor altijd vergeet. Ze heeft natuurlijk gelijk, mijn mama, het is niet meer mijn huis, het is hun huis en ik woon er niet meer, maar toch: eigenlijk mag je je kind zoiets niet aandoen. Iedereen weet wel hoe overdreven nostalgisch ik ben, na al die verhaaltjes van de lagere school en de hele nachtenreeks.

Vandaag heb ik flink mijn best gedaan. Ik ben meedogenloos geweest. Ik heb brieven van exen weggegooid, en foto’s, en het speelgoedautootje dat eigenlijk een aansteker was. Dat had mijn vader ooit gekregen als relatiegeschenk van een bedrijf waar ik jaren later zelf drie weken zou werken, dik tegen mijn zin.

Ik moet het in stukjes doen, dat weggooien. Een half uurtje per week, langer lukt niet. Alleen de dingen waarbij ik een krop in de keel krijg, mogen mee naar Leuven. Gij doet mij wat aan, moeder.