Categorie: huis

Hannah hold on

Het heeft iets aandoenlijks zoals ik hier lig, loom van het eten omdat ik nog steeds dubbele porties koop en niet helemaal zeker of er vanavond nog bezoek komt of niet. Ondertussen stel ik alle kleine klusjes uit die bij verhuizen komen kijken, want dat lijken mij typisch dingen die beter door een volwassene worden gedaan.

Als een relatie die beëindigd wordt, zo voelt het wanneer een huisgenoot na meer dan drie jaar beslist dat hij toch liever bij een meisje wil wonen.

Het waren nochtans tijden, man, zoals toen met dat kapotte bed dat wij in nog kleinere stukken hebben gestampt op de parking van het busjesverhuurbedrijf omdat het anders niet in mijn auto paste. We dumpten de rommel in onze garage en gingen boven naar De slimste mens ter wereld kijken, toen nog onschuldig tijdverdrijf, op een oude matras die dienst deed als chaise longue.

(meer…)

Her day was mine

Het is nog geen jaar geleden dat ik mijzelf heb aangemeld als vrijwillig bijzitter. Vandaag is al mijn idealisme verdwenen en hoe ik mij nu voel, verwoordt  Herman het best – al zal ik op 13 juni nog wel snel een bolletje links gaan kleuren. Voor de rest kan deze nieuwsmaand niet snel genoeg voorbij zijn en is het enkel pro forma dat ik hier mijn protestgewauwel aankondig:

Vluchten in vinyl.

Is het jullie ook opgevallen dat de uitdrukking “tot hier en niet verder” tegenwoordig zo vaak gebruikt wordt in een campagne? Dat vind ik vreemd. Bedoelt zo’n Verdonk bijvoorbeeld niet juist: “we moeten terug, terug, terug”?

Share some greased tea with me

Zondag is de ergste dag van de week. Op zondag valt er niet veel méér te doen dan stukjes schrijven over hoe overbodig een zondag wel kan zijn.

Zoals: Zinloze zondagen.

Een stukje dat ik evengoed op deze blog had kunnen zetten, omdat het bol staat van de verveling  en er helemaal niets in gebeurt.  Ik heb nu eenmaal niet over alles een mening klaar, ik wil niet de stem van mijn generatie zijn. Ik ben maar gewoon iemand die niet weet wat hij moet doen.

It’s not about you, it’s not about sunshine

Het is zomer want alle meisjes dragen een harembroek. Het is zomer en ik heb vakantie. Deze eerste week is voorbij gevlogen en als gij mij vraagt wat ik daarin heb gedaan, moet ik u het antwoord schuldig blijven. Of toch niet: ik heb gewandeld, ik heb smalltalk geoefend met de mevrouw van de droogkuis en omaatjes op de bus en ik heb boterhammen met Duo Penotti gegeten.

Maar meer nog dan een langgerekte ode aan des duivels oorkussen, was dit de week van de muzikale herontdekkingen. Ik heb groepen teruggehoord die al jaren in mijn cd-rekje om aandacht liggen te schreeuwen en waaraan ik in het slechtste geval nooit meer heb gedacht. Welkom terug, lieve vriendjes!

(meer…)

I wanna be a field day for the Sundays

Ik neem mijn verslavingen serieus, dus stond ik vandaag al om kwart over zes aan de voet van de berg om een proloog aan mijn werkdag te breien. De berg was al verrassend actief: een man vroeg of ik een hond had en toen ik zei van niet riep hij de zijne weer bij zich. Drie teven, elk van een verschillend ras, stonden even verderop met het ezeltje te praten. Die laatste zag zijn gezelschap vertrekken en begon onbedaarlijk te balken. Ik stelde hem gerust en samen liepen we een stukje verder, op een drafje, elk aan onze eigen kant van het hek. Toen we het einde van de wei hadden bereikt, stelde ik voor om om te draaien en het hele stuk nog eens terug te lopen, maar het ezeltje vond het wel geweest.

Op de iPod kondigde Rick De Leeuw een nummer van Wire aan dat zesentwintig seconden zou duren. Ik nam mij voor om binnen die tijd twee trappenreeksen te lopen – een klim van veertig meter. Ik hield zelfs nog een  “looking as limp as Monday morning” over. Ik ben sneller dan punkrock, ik ben meer doorleefd dan jazz. Een half uur later zat ik op de bus naar Brussel, nog steeds veel vroeger dan nodig. Op het station morste een man hete koffie over zijn hand terwijl hij naar zijn trein liep.

This paper trail leads right back to you

Mijn lieve mama is onze oude kamers aan het herinrichten en nu ligt mijn hele jeugd op een hoopje in de veranda, te wachten tot ik daar onder dwang herinneringen ga ophalen en zal moeten kiezen welke verhalen ik bijhoud en welke ik voor altijd vergeet. Ze heeft natuurlijk gelijk, mijn mama, het is niet meer mijn huis, het is hun huis en ik woon er niet meer, maar toch: eigenlijk mag je je kind zoiets niet aandoen. Iedereen weet wel hoe overdreven nostalgisch ik ben, na al die verhaaltjes van de lagere school en de hele nachtenreeks.

Vandaag heb ik flink mijn best gedaan. Ik ben meedogenloos geweest. Ik heb brieven van exen weggegooid, en foto’s, en het speelgoedautootje dat eigenlijk een aansteker was. Dat had mijn vader ooit gekregen als relatiegeschenk van een bedrijf waar ik jaren later zelf drie weken zou werken, dik tegen mijn zin.

Ik moet het in stukjes doen, dat weggooien. Een half uurtje per week, langer lukt niet. Alleen de dingen waarbij ik een krop in de keel krijg, mogen mee naar Leuven. Gij doet mij wat aan, moeder.