I.
In het nieuwe huis slaap ik veel minder vast. Misschien komt dat door het lawaai op straat, of door het licht dat de gordijnen nog doorlaten. Ik heb de indruk dat ik daardoor vaker droom, of in ieder geval vaker mijn dromen onthoud. In één van die dromen zag ik mijzelf in een onbekend appartement, op een onbestemde plaats. Ik herinner mij niet meer hoe het eruit zag of hoe het kwam dat ik daar plots woonde, enkel nog dat mijn bovenbuurvrouw het plus size model was dat ik al een tijdje volg op Instagram. (Plus size model is hoe we tegenwoordig een erg mooi meisje noemen dat er verder absoluut normaal uitziet.) Ik ken het model alleen maar omdat zij vorig jaar eens op tv is gekomen, nadat een stelletje eikels had haar uitgelachen aan het fitnesscentrum en zij hen met een jaloersmakende zelfzekerheid van antwoord had gediend. Ook in mijn droom had ik nog nooit met het meisje gesproken, maar nu stond haar appartement onder water, door een gesprongen leiding of zo, en ik bood aan om haar te helpen met opruimen en zo werden we vrienden. Terwijl ik een dweil door de gang en woonkamer haalde, kwam Moussa de trap op om te kijken waar ik bleef – waarschijnlijk hadden we allebei onze voordeur laten openstaan in het gedoe – en alles was zo goed voor dat ene moment en iedereen lachte en ik had alles wat ik nodig had tot vlak voor ik weer wakker werd.