Categorie: scene

First chance I get

Het weekend bestond uit lopen op de berg, waar lege dime bags lagen en platgetrapte blikjes Red Bull en een verpakking van M&M’s zonder pinda. Tijdens een nochtans fijne avond met The Sedan Vault en Willow raakte ik het STUK kotsbeu, en kocht dan maar een ticket dat ik mij eigenlijk niet kan permitteren voor woensdag in de Botanique.

Het weekend bestond uit de nieuwe cd van Kate Nash en nieuw ontdekte Italiaanse restaurants,

uit in de zon zitten met een meisje dat met veel moeite aan de aswolk was ontsnapt en nu heel erg moest lachen om hoe een duif de trappen op en af liep. Een paar uur later zat ik in de kou op een terras met een ander meisje. Zij had een kutavond, maar dat kwam niet door mij. Zij liet mij een stuk geconfijte gember proeven waarvan mijn mond nog altijd in brand staat.

“Hebde gij de blues?”, vroeg de favoriete nagel aan mijn doodskist. Ik zou wel willen, maar ik heb helemaal geen tijd voor de blues. Behalve af en toe, vier minuten achtendertig lang, tussen al de rest door.

Ik ben een Tenderfoot

Tien minuten onderweg werd duidelijk dat Geert Simonis de hele avond in cowboymetaforen zou gaan spreken. Ook had hij een spandoek meegebracht om een verzoekje aan te vragen bij Dan “not a jukebox” Le Sac. Ik onderzocht of het fysisch mogelijk was om mezelf alsnog voor de trein te werpen waarop we zaten. Na een tergend lange rit moest mijn nemesis in Brussel drie euro en twintig cent betalen voor een ijsje niet groter dan mijn pink. Ik geloof in karma.

Zo zag mijn  Domino 10 eruit:

(meer…)

Tiny tears make up an ocean

Twee weken geleden heeft Stuart Staples een optreden van Tindersticks stilgelegd omdat het publiek zijn kop niet wilde houden. Ik bewonder dat. Ik zou dat ook bewonderen als ik zelf in de zaal stond en een voor mij veel te duur ticket had gekocht. Een stukje van die bewondering zit in:

Kuilen in de vluchtweg.

Ik heb Tindersticks waarschijnlijk leren kennen in de tijd dat ik nog ergens bij hoorde, toen ik nog een studentenkring en een fakbar had. Eén keer per jaar was het daar Duistere Zondag. Dan draaide Michel de plaatjes en ik schonk het bier, vooral omdat ik op die manier zeker niets van de muziek zou missen. Er zat nooit veel volk maar dat vonden wij niet erg, dat paste wel, en af en toe kwam er een flurk vragen of er niets vrolijkers op mocht. Daar lachten wij dan eens smakelijk mee. Tegen een uur of drie zette ik de krukken ondersteboven op de toog en dweilde ik schraal bier en glasscherven en sigarettenpeuken weg. Dat waren schone avonden, jongen, maar krijg zoiets maar eens uitgelegd.

At sunset, we made love like sea otters

Twee jaar geleden schreef ik deze recensie over de avond waarop ik Adam Green herontdekte. Ik deed heel lyrisch over dat optreden, en nu ik daar achteraf aan terugdenk lijkt mij dat nog steeds niet overdreven. Ik herinner mij ook hoe ik nog net de laatste trein haalde, maar daarna te voet helemaal naar de andere kant van Kessel-Lo moest. Ik lag pas in bed toen ik alweer moest opstaan voor de eerste dag op mijn nieuwe job.

(meer…)

I just got in from the Isle of Skye

Het was zondag. Omdat zondag ook voor Rudy Trouvé een rustdag is, stond de bard langzaam op, schreef hij maar vijf liedjes in plaats van twaalf, tekende enkele platenhoezen, richtte twee groepjes op en laadde eigenhandig al het materiaal in het busje dat hem die avond naar Jazz op Zondag zou voeren. Daar aangekomen veranderde hij het STUKcafé in The Factory. Zes mensen improviseerden liedjes, iemand anders stond tegen een pilaar een schilderij te maken en koffie en Duvel werden in gargantueske hoeveelheden door elkaar gedronken. De vorige keer kon iH8 Camera mij niet overtuigen, maar nu slikte ik alles. Dit was jazz zonder teugels, dit was rock zonder regels, dit was dansen zonder ooit moe te worden.

“You’re a sweet little thing. You make my heart dangle, you make my heart sing.”

Een dag eerder won de heerlijke Lotte Dodion op datzelfde podium een wedstrijd die zij alleen verdiende te winnen. Tijdens de pauze praatte ik met de dichter die de jury voorzat. Hij herschikte mijn prioriteiten zoals hij dat doorgaans alleen met woorden doet. Mijn enige bezwaar verzweeg ik hem.

Het werd maandag. Twee volledig nuchtere nighthawks probeerden mij ervan te overtuigen dat een paar operatief aangebrachte vleugels de beste keuze zou zijn voor mijn carrière en privéleven. Wij praatten, schreven, lachten en tekenden een mooie nacht bij elkaar. Ik ben dit weekend onder de mensen gekomen. Dat is niet helemaal mijn stijl, maar mijn stijl ben ik stilaan beu.

My baby does the hanky panky

Mijn kapotgevroren handen zien eruit als slangenhuid. Hoe langer deze winter duurt, hoe verder de koude door mijn lichaam zal trekken, tot ik helemaal omwonden ben met gebarsten leer. Daarna zal ik vervellen, niet één keer maar tientallen keren en met ieder omhulsel dat ik afwerp word ik een iets betere man. Iemand die nieuwe dingen probeert en die ergens om geeft.

“Iemand zoals Henry Rollins?”, zal jij vragen en ik zal even nadenken en dat beamen. Iemand zoals Henry Rollins, die zijn huid van hardcorelegende en frontman jaren geleden al bij elkaar heeft geveegd en zich sindsdien toelegt op woorden alleen. De Henry Rollins die ik zo graag op Pukkelpop had gezien, vóór de zware-bierentent en een zware zonneslag daar anders over beslisten. Met kerst gaf mijn zusje mij een tweede kans cadeau.

(meer…)