Ik hou van muziek en ik hou van het begin van iets nieuws. Het kan dan ook nauwelijks moeite gekost hebben om mij mee te lokken naar de startavond van het Stuk. Ja, Adem, daar moest ik zeker eens naar luisteren, aldus de man die mij nog maar een week geleden aan fucking Nailpin blootstelde. Ik was op zijn minst een beetje op mijn hoede. Maar het Stuk is een mooie plaats, en als we iedereen met een modieus hoedje tegen de muur zetten zou het een nog veel mooiere plaats kunnen worden.
Categorie: scene
In theorie zijn er ook goede dagen
Deze week is mijn zus vertrokken naar de andere kant van de wereld om er het Geluk te zoeken. Uit goede bron heb ik nochtans vernomen dat ook in Brazilië alle geluksmijnen al gesloten zijn sinds de jaren tachtig, en dat er om de restjes even hard wordt gevochten als hier. Zelf trok ik dit weekend naar de verlaten terril die nu Het Depot heet. Omdat ik geen meisjes ken die van jazz houden, moest dat ook nog eens in het gezelschap van de onderhond. Het is goed dat ik geen klager ben. Ik snij mezelf alleen een beetje, op een plaats waar niemand het ziet.
A weekend in the city
I.
Of ik nooit normaal praat, wil ze weten.
Wat ik zeg is niet zo vreemd, maar de manier waarop.
II.
Tot vorige week stond het appartement naast het onze leeg. Wanneer ik dan alleen thuis was, kon de radio zo hard ik wou. Dan draaide ik Adam Green en Nina Simone en Joy Division. Vorige week zijn er nieuwe buren ingetrokken, en die zitten graag op het balkon. Sindsdien heb ik alleen nog maar zin om naar 50 Cent te luisteren.
Volgens mij ontbreek ik het gen dat ervoor zorgt dat je af en toe een geslaagde eerste indruk maakt.
III.
Ik ben bang van de nieuwe televisie. Als ik van mijn boek opkijk, zie ik de wereld vier keer groter dan ik haar gewend ben. Dit is hoe Alice zich moet hebben gevoeld.
She wants to know when we’re in London next
Nog steeds op zoek naar krantenartikels die een gedicht verbergen, las ik vandaag in NRC Handelsblad dat jongeren maar moeilijk afstand kunnen doen van oude sms-berichten. Toen ik wilde bewijzen dat ik toch echt veel minder sentimenteel ben dan de rest van de kudde, bleek dat alle verjaardagswensen van vier maanden geleden nog in mijn inbox zaten.
Bugger.
Ik herinner mij één bericht dat ik zeker vier jaar lang heb bijgehouden. Het kwam van een meisje en ze bedankte mij voor een zelfgemaakt cd’tje dat ik tijdens de examens in haar brievenbus had gedropt. Een anekdote die ik alleen maar vermeld om Simonis’ mixtape madness te pluggen: ga, lees, klik, ontdek. En stuur mij af en toe een smsje, ik beloof dat ik het zal bijhouden.
I think you’ll find that’s legal tenderness
Ha! Een woordspeling! I’m nothing if not a hypocrite or a raccoon. En, voor het eerst in jaren, ook een festivalganger. Zo goed als in mijn puberteit wordt Pukkelpop natuurlijk nooit meer: het nieuwe millenium heeft haar beloften van hoop niet kunnen waarmaken, ik ben niet langer onweerstaanbaar voor Hasseltse meisjes en mijn afgeleefde lichaam kraakt al wanneer ik nog maar dénk aan één nacht op een festivalcamping. Neen, even een halve dag op en af, zo bezoeken grote mensen Pukkelpop.
Lewis
You know me, I like to dream a lot
of this and that and what there’s not.
But mainly, I dream of you a lot.
Al een week in mijn hoofd. Vreemd, voor een nummer dat snelsnel geschreven is voor een stomme reclame-schnabbel.
Iets verderop in mijn hoofd zit een bij momenten fascinerend Sint-Lukas eindwerk van dit jaar. Ik heb nog maar een paar filmpjes kunnen bekijken en het Antwerps werkt wat op mijn zenuwen, maar ik vind het nu al jammer dat ik de site te laat heb ontdekt om het dagboek live te volgen.
Oh honey, it was paradise.
Ik heb Leonard Cohen gemist in wat misschien wel zijn laatste grote karavaan is geweest. Ik heb Neil Young twee keer aan mij laten voorbijgaan. Geen Bruce Springsteen voor mij, nee, zelfs Rock Herk sla ik dit jaar een keertje over. Maar gisteren, gisteren ben ik voor de tweede keer naar Lou Reeds Berlin gaan kijken. Ik weet wat ik wil en hoe ik het krijgen moet.