Categorie: scene

Noem mij één goede Chinese acteur

Eén keer per jaar koop ik een boek, enkel en alleen omdat ik de cover zo mooi vind. Dit jaar is dat er nog niet van gekomen. Er woedt een crisis waar ik niets van merk, maar ik wil niemand voor het hoofd stoten door te veel uit te geven aan luxeproducten. Tot ik vandaag op de befaamde 3voor12 luisterpaal een hoesje aanklikte waarachter alleen maar wondermooie muziek kon wonen. Een dik uur later stond ik al in de platenwinkel.

(meer…)

Wil je met een meisje praten?

Omdat ik echt geen nieuws over cokeheads meer kon verdragen, trok ik vandaag naar het STUKcafé om mij te laten verrassen door Douglas Firs. Zanger Gertjan bekende dat hij bij een van zijn songtitels hulp heeft gekregen van de veelbevestigende Leuvense schrijver Paul Baeten Gronda. Misschien was mijn muzikale carrière minder desastreus afgelopen als ik ook een auteur had gehad die mijn titels verbeterde. Saskia de Coster ofzo, die zie ik zoiets nog wel doen.

(meer…)

They will never forgive you but they won’t let you go

Eindelijk zou ik Peter Doherty kunnen zien. Okee, er ging een flauwe hoax rond dat de zanger een paniekgriepje zou hebben opgelopen en het slag kinder- achtige radiopresentatoren dat Dorothy zegt waar dat toch echt Dock’rty moet zijn verkneukelde zich al in een eventuele afzegging, maar ik was er klaar voor. Om negen uur toch. Om middernacht was ik moe en een tikje aangeschoten en leek het mij een slecht idee om nog naar Hasselt te rijden. Maar mijn kans komt nog wel: ware liefde wacht.

Waarom worden er zoveel debiele grapjes gemaakt over een jongen die al vijf prima  cd’s  en minstens een tiental wereldsongs  heeft afgeleverd, terwijl Lester Bangs in de jaren zeventig lyrisch deed over veel slechtere groepen die veel meer drugs door hun neus dan wel aderen joegen?

Door mijn eigen hoofd joeg ik vanmorgen de podcast van Het Laatste Uur. Ik had de uitzending van deze week nog niet gehoord en werd compleet verrast door dat ene nummer uit Warren Zevons afscheidsplaat  The Wind. Zevon en vrienden vierden zijn nakende dood en de bedelaar op de trappen van het station speelde daar, alsof het afgesproken was, een accordeondeuntje bij dat er perfect onder paste.  En zo komt het dat ik vandaag met rode ogen aankwam op het werk. Dat kon geen kwaad, want er was nog niemand.

Ne te laves plus

Ik ben een egoïst. Mijn hoofd is een land dat ik met pijn bewoon en waar ik de hele dag slechte verhaaltjes schrijf. Wie meer dan een paar uur quality time met mij wil doorbrengen, kan mij daar maar beter weghalen en mij meenemen naar een plaats waar het mooier is dan thuis. Londen is zo’n plaats. Gent is zo’n plaats, al zal ik dat nooit hardop toegeven.

Juffrouw Bynzyin  joeg mij de trein op en weer af. Wij bevonden ons in het culturele centrum van Vlaanderen, of dat is tenminste wat de televisie ons wil laten geloven. Wij zagen een SMAK in volle opbouw, wij zagen weinig hipsters en veel mottige dikke baby’s. Een lp van Glasvegas  stal mijn hart. Ik heb hem niet gekocht. Wij hebben gegeten, gedronken, gewandeld en een prima dutje gedaan. Daarna hebben wij nog meer gedronken. We sloten vriendschap met Franstalige bejaarden en een Nederlandse barman die de crisis misschien niet zal overleven.

In mijn hoofd werd ik een paar dagen teruggeflitst, naar het optreden van Madensuyu  in de Labozaal. Met John Cale  op bas zou Madensuyu een wereldgroep kunnen zijn, zonder hem gewoon een wereldgroep uit Gent. De twee knullen riepen een sfeer op die zelfs een snarenwissel niet kapot kon krijgen en beukten tijdens het laatste nummer op mijn ingewanden in met het enthousiasme van een ploeg baggeraars op sjorlief. Ik kwam voor The Sedan Vault, maar vertrok met een nieuwe liefde. Thuis schreef ik vijfhonderd keer: “ik zal nooit meer op de Rock Rally neerkijken”.  

Leve Madensuyu, leve Gent, leve mottige dikke baby’s.

Een meisje met hangborsten dat piano speelt

Ik hou niet van muziek, ik hou niet van praten over muziek en ik hou niet van hypes. Drie redenen waarom ik pas naar Bloc Party ben beginnen luisteren toen ik er zeker van kon zijn dat geen enkele hipster ze mij nog zou aanraden. Ondertussen kan je mij met wat goede wil gerust een liefhebber noemen, die niet alleen om tegendraads te zijn Intimacy het beste van de drie albums vindt.

Het enthousiasme waarmee ik dit neerschrijf, verraadt al een beetje dat ik het niet zo erg vond dat de AB uitverkocht was voor ik aan een kaartje geraakte. Bloc Party in combinatie met een road trip is meteen een heel ander verhaal: Keulen ligt niet veel verder dan de zee, maar met de juiste instelling kan je overal een avontuur van maken. En vier mannen samen in de auto, dat schept een band. Of toch tussen de drie die samenspannen tegen de chauffeur.

Over het optreden zelf wil ik het niet hebben, dat kan de onderhond binnenkort doen. Natuurlijk schorde er een en ander aan, maar rock ‘n’ roll draait niet om de muziek. Rock ‘n’ roll draait om vierduizend dansende mensen en veel gekleurde lichtjes en voor het eerst het festivalgevoel krijgen tijdens een zaaloptreden.

Achteraf in de Turkse snackbar hadden noch wij, noch de uitbater veel zin om Duits te spreken. Omdat een glimlach van alle culturen is, kregen wij ook na elven nog een pizza. Op de weg terug terug sliep iedereen behalve ik. Avontuur is misschien een beetje overdreven. Pussycat Dolls in Dí¼sseldorf, iemand?

Je weet hoe ze zijn, zo langzamerhand

Twee keer Hasselt op evenveel dagen, zeg nu nog eens dat De Smaak van De Keyser zijn doel heeft gemist. Mijn terugkeer werd gevierd met een etentje in Villa Kakelbont. Na sluitingstijd dan nog. Bent u nog niet in de Villa gaan eten? Dan wordt het dringend tijd. Vertel maar dat Yezerskiy u gestuurd heeft. Zij zullen niet weten over wie u het hebt, maar zij zullen vriendelijk blijven glimlachen en u een puike chili sin carne voorschotelen. Maar genoeg reclame, op naar de Muziekodroom.

(meer…)

A weekend in another city

I.

Sinds deze week is het voor het eerst niet meer donker wanneer ik thuiskom van het werk. Ik heb nog geen muziek die daarbij past. Mijn liedjes klinken nog zwart in plaats van fel donkerblauw.

II.

Ik ga naar de bakker, nog maar voor de tweede keer sinds ik hier woon. Meestal zie ik te erg op tegen de drukte in de winkel, tegen de keuze tussen mezelf haasten of ongewassen onder de mensen komen. Het komt erop neer dat ik nog liever niet eet dan naar buiten te gaan. Dat lijkt mij geen normaal gedrag.

III.

De bus naar Den Bosch is twee keer groter dan nodig. De jury duwt de hele tijd in mijn rug en voert een discussie over de kandidaten. Zachte vrouwen zijn sterke vrouwen, zeggen ze. Buiten glijden paardjes in en uit het raam. De paardjes dragen een jas. Haha, ze denken dat ze mensen zijn.

IV.

De fotograaf van het ontvangstcomité kijkt ontgoocheld wanneer hij ontdekt wie de deelnemers zijn. Hij heeft net een kwartier lang foto’s van mí­j staan maken.

V.

Simonis brengt een meer dan puike set, maar het is Bo met de droeve oogjes die wint. Ze wil niet naast mij zitten op de terugweg. Wat een kapsones, nu al.