Categorie: kater

Hannah hold on

Het heeft iets aandoenlijks zoals ik hier lig, loom van het eten omdat ik nog steeds dubbele porties koop en niet helemaal zeker of er vanavond nog bezoek komt of niet. Ondertussen stel ik alle kleine klusjes uit die bij verhuizen komen kijken, want dat lijken mij typisch dingen die beter door een volwassene worden gedaan.

Als een relatie die beëindigd wordt, zo voelt het wanneer een huisgenoot na meer dan drie jaar beslist dat hij toch liever bij een meisje wil wonen.

Het waren nochtans tijden, man, zoals toen met dat kapotte bed dat wij in nog kleinere stukken hebben gestampt op de parking van het busjesverhuurbedrijf omdat het anders niet in mijn auto paste. We dumpten de rommel in onze garage en gingen boven naar De slimste mens ter wereld kijken, toen nog onschuldig tijdverdrijf, op een oude matras die dienst deed als chaise longue.

(meer…)

Take a look at me now

Zestien dagen lang heb ik mijn kapper proberen te bellen voor een afspraak. Ik zeg ‘mijn kapper’, want ik ben daar een jaar geleden eens één keer geweest. Net toen ik alleen zijn faillissement nog wilde aanvaarden als excuus, nam hij toch de telefoon op.

Vanochtend heb ik mij overslapen. In het kapsalon stond een speciale radiozender op die alleen maar muziek draait waaraan niemand zich kan ergeren en daar ergerde ik mij mateloos aan. Terwijl het op de achtergrond ging van take a look at me now en she’s a maniac, maniac on the floor legde ik uit wat ik wou. “Maar de helft mag er toch wel af?”, vroeg de kapper, waarna hij vier vijfde van mijn haar wegknipte. Telkens wanneer ik mijn ogen samenkneep en dacht van “nu is het toch écht kort”, nam hij een andere schaar en begon opnieuw. Ik zei er niets van, want het mannetje achter de kassa van de Spar hoeft mij ook niet te vertellen hoe ik triestige stukjes moet schrijven.

Daardoor ben ik nu kaal en vertoon ik mij tot de zomer niet meer in het openbaar. Daarna knip ik mijn haar gewoon weer zelf, met een roestige schaar en zonder spiegel en niemand zal merken dat er iets aan mij is veranderd.

A stare like yours is hard to find

Het was half augustus toen Maartje en ik op een terras zaten aan het water en onszelf deadlines oplegden. Ik zou voor één september werk gevonden hebben en zij zou twee dagen daarna weer in Afrika zijn. Toen ik thuiskwam, ontdekte ik dat de harde schijf van mijn iMac zichzelf had opgeblazen.

Vandaag hebben wij allebei onze deadline gehaald, startte ik mijn herstelde iMac op en besefte ik voor het eerst echt wat ik allemaal ben kwijtgeraakt.

Want van mijn werk en mijn boekhouding heb ik backups zat, ik ben niet achterlijk, maar er zijn van die kleine dingen waaraan ik nooit had gedacht. Hoe mijn bureaublad eruit zag, bijvoorbeeld, welke programma’s ik had, hoe mijn muis zich gedroeg en welke cd’s er in mijn iTunes zaten, dat is nu allemaal weg. En veel erger nog: ook de honderden mails met complimentjes, tekeningen, werkaanbiedingen en de lange brieven die het kleine blonde meisje naar mij schreef. Mails die ik waarschijnlijk niet meer zou hebben herlezen, maar die mij ooit heel blij hebben gemaakt en waarvan het mij geruststelde dat ze er waren.

Van het meest noodzakelijke heb ik backups zat, want ik ben niet achterlijk, maar ik ben echt heel veel andere dingen kwijt en ik vind dat zo erg dat ik wel zou kunnen janken.

Until you take a look around

Ik kon me niet goed voorstellen hoe ver achttien meter was, dus heb ik het afgemeten. Met grote passen liep ik van G. en I. weg, ik draaide mij om en met één oog dicht nam ik hen  tussen duim en wijsvinger vast.

Zo groot was jij nog toen je vorige week losliet. Toen een lans geen houvast meer bood, net zomin als de aanmoedigingen van je vrienden op de grond.

Ik heb gehoord dat die ene seconde waarin je valt een eeuwigheid lijkt te duren. Klopt dat,  Olivio? Zweef jij daar nu nog steeds, ergens in die uitgestrekte ruimte van alles wat je durfde? En wat zie je en hoor je daar? Heb je nog dat verslavende gevoel van de elektriciteit die door je zenuwen raast of ben je alleen maar bang?

Je vrienden hebben een vlag van Bob Marley opgehangen aan het hek van de bibliotheek. Daardoor weet ik dat wij elkaar waarschijnlijk niet leuk hadden gevonden. En toch doet het mij veel meer dan ik toegeef, wanneer ik het plein oversteek en zie hoe alle mensen die in de andere richting hetzelfde doen heel even naar boven kijken, naar waar jij was of nu nog altijd hangt.

Blijkbaar kan het toch, tientallen wildvreemden ontroeren door iets ontzettend doms te doen. Dat is de meest geruststellende gedachte die ik sinds lang heb gehad.

First chance I get

Het weekend bestond uit lopen op de berg, waar lege dime bags lagen en platgetrapte blikjes Red Bull en een verpakking van M&M’s zonder pinda. Tijdens een nochtans fijne avond met The Sedan Vault en Willow raakte ik het STUK kotsbeu, en kocht dan maar een ticket dat ik mij eigenlijk niet kan permitteren voor woensdag in de Botanique.

Het weekend bestond uit de nieuwe cd van Kate Nash en nieuw ontdekte Italiaanse restaurants,

uit in de zon zitten met een meisje dat met veel moeite aan de aswolk was ontsnapt en nu heel erg moest lachen om hoe een duif de trappen op en af liep. Een paar uur later zat ik in de kou op een terras met een ander meisje. Zij had een kutavond, maar dat kwam niet door mij. Zij liet mij een stuk geconfijte gember proeven waarvan mijn mond nog altijd in brand staat.

“Hebde gij de blues?”, vroeg de favoriete nagel aan mijn doodskist. Ik zou wel willen, maar ik heb helemaal geen tijd voor de blues. Behalve af en toe, vier minuten achtendertig lang, tussen al de rest door.

Geen enkele vraag is gek genoeg

Het was de week waarin ik een brief schreef met excuses en een brief met goede raad en bij geen van beide had ik een flauw idee hoe ik eraan moest beginnen.

Het was de week waarin ik twee uur lang op café zat te wachten op iemand die uiteindelijk niet zou komen.

Het was de week waarin ik naar het theater ging en mijn sjaal gestolen werd toen ik even niet oplette.

Het was de week waarin ik chocolade eieren uitdeelde en een meisje leerde kennen dat meer van groene-olijventapenade houdt dan van zwarte-olijventapenade.

Het was de week waarin ik ’s avonds naar Geert en Sarah reed, gewoon om te kijken hoe zij schaak speelden en naar Joy Division luisterden.

Het was de week waarin ik haar een cadeau gaf voor haar verjaardag en zij dat op tafel liet liggen toen we het restaurant uitliepen.

Het was de week waarin ik poëzie kocht voor een getrouwde man om hem te bedanken voor wat hij zo onbaatzuchtig had gedaan.

Bovenal was het de week waarin ik mij elke dag afvroeg waarom ik nooit eens gewoon vroeg ga slapen.

Like really evil coffee

Vroeger was het een avond die legendarisch moest worden. Waar maanden over werd nagedacht, want elk voorstel was te gewoon, te doorhetjaars. Hoe groter de teleurstelling de volgende dag, hoe straffer de verhalen die toch werden verteld.

De voorbije avond verschilde niet zo gek veel van de avonden ervoor, behalve dat ik nog eens te veel dronk om nog met de auto naar huis te mogen. Ik bracht de nacht door op een sofa en werd om het uur gewekt door een telefoon met Kings of Leon-ringtone of schreeuwende mensen op straat.

In een van die korte stukjes slaap droomde ik dat wij samen heel gewone dingen deden, zoals een donsdeken in een hoes proppen zodat we daarna samen in een écht bed konden slapen.

Ik werd wakker voor het zover was, reed naar huis en zag minstens drie lege champagneflessen in mijn voortuin liggen. Restanten van een avond waarover héél straffe verhalen zullen worden verteld. Ergens begin maart zal de conciërge die flessen opruimen.