Categorie: werk

My angel put the devil in me

Er is niets wat ik grappiger vind dan een gênante sociale situatie, zelfs niet wanneer ik daar zelf het middelpunt van ben. Daarom kon ik wel door de grond zakken van geluk toen de beloftevolle jonge dichter Geert Simonis mij gisteren in de Muntstraat zag zitten op een bedrijfsetentje, het restaurant binnenkwam, mij een hand gaf en het hele gezelschap nog een prettige avond wenste. De vier seconden stilte die hij achterliet waren kouder dan de avond zelf.

Hoe die avond verder verliep is niet helemaal tot mij doorgedrongen, maar aan het einde won ik een kwis, ergens in een kleine turnzaal met afgebladderde groene verf aan de muren. Ik ben niet zo nuttig in een kwisploeg, omdat ik snel afgeleid ben en alleen maar weet wat iemand anders ook weet – of niet het gezag heb om een fout antwoord te overrulen.

Maar in een team is iedereen even belangrijk, dus won ook ik een kwis. Buiten in de sneeuw werd ik achterna gelopen door het meisje dat op de trein in slaap viel na Adam Green. Omdat mijn hoofd kortsluit wanneer ik mensen tegenkom in een omgeving waar ik hen niet verwacht – voor dit meisje: overal behalve het theater of het stadspark – was ik te verrast om een normaal gesprek te voeren. Ik gaf haar dan maar de koekjes die ik net had gewonnen. De fles wijn hield ik zelf.

At sunset, we made love like sea otters

Twee jaar geleden schreef ik deze recensie over de avond waarop ik Adam Green herontdekte. Ik deed heel lyrisch over dat optreden, en nu ik daar achteraf aan terugdenk lijkt mij dat nog steeds niet overdreven. Ik herinner mij ook hoe ik nog net de laatste trein haalde, maar daarna te voet helemaal naar de andere kant van Kessel-Lo moest. Ik lag pas in bed toen ik alweer moest opstaan voor de eerste dag op mijn nieuwe job.

(meer…)

You rise and fall like Wall Street stock

Gisteren ben ik voor het eerst in tien jaar naar een echte kapper geweest. Dat zit zo: vroeger had ik dreadlocks, daarna werd ik punkrocker en nog later was ik gewoon te lui en te bang voor onbekend terrein.

Een verontrustend gespierde man waste mijn haar en ik herinnerde mij hoe mijn mama dat vroeger deed. Het kostte mij moeite om niet te glimlachen en niet in slaap te vallen.

Soit, de column van vandaag gaat over meningen. Mijn motivatiecoach kondigde gisteren al aan dat de wereld aan meningen ten onder zal gaan. Zijn citaten worden wel vaker uit hun context gesleurd.

Vrijheid van zwijgen.

Lees dit nu maar, zodat ik weer naar mijn fictie kan en jullie naar iets leuks.

John Cusack career advisor

Ik ben geen zonnestraaltje wanneer ik over mijn werk praat, dat weet iedereen die mijn twitterpagina volgt. De laatste weken slaat de depressie echter al toe zodra ik van de trein stap. De column daarover is sentimenteel, moralistisch, naïef en ruikt naar hippie, maar nu kan ik weer een maand verder.

Schaamte om acht cent.

Met Kerst heb ik een verhaal geschreven over een jongen die naar zijn werk gaat en daarna weer naar huis. Onderweg ziet hij steeds meer daklozen liggen, tot die de hele stad vullen en het onmogelijk wordt om ze nog langer te negeren. Uiteindelijk gaat hij met een dekentje en bier uit de nachtwinkel ook op straat slapen. Omdat ik niet meer zeker wist of ik dat allemaal wel zelf had verzonnen, heb ik het verhaal maar weggegooid.

Kiss you better

Vorige week was ik de nonsensberichten in mijn krant zo beu dat ik de actie ‘Facebookgroepen zijn géén nieuws’ ben gestart. Een succes is dat niet geworden, maar ik heb me toch een hele middag prima geamuseerd.

Gisteren was ik de nonsensberichten op mijn televisie zo beu dat ik een column heb geschreven. Het lijkt alsof hij over Linda De Win gaat, maar eigenlijk is het mediakritiek. Zoals je medicijnen voor je kleuter ook eerst door de appelmoes mengt.

Lieve Linda De Win.

Stukjes met een mening zijn niet mijn forte. Dat is geen schande, maar ik moet dat durven toegeven. Dit is dan ook de laatste keer. Volgens Maartje wordt het tijd dat ik eens iets ontieglijk moois schrijf over de liefde. Ik overweeg dat. Volgens Thomas moet mijn volgende stuk over choco gaan. Benieuwd wie het zal halen.

Baby Jesus born to rock

Als een jaar alleen bestond uit dingen die je in eindejaarslijstjes kan vermelden, dan zou 2009 een prachtjaar zijn geweest.

  • Boek: jullie denken dat jullie mij kennen, dat ik hier Paul Baeten Gronda of Ivo Victoria ga namedroppen in de hoop dat ik een paar vlokjes van hun credibiliteit kan opvangen met mijn tong. Maar jullie vergissen zich. Het mooiste boek van 2009 was Het land van de grote woordfabriek.
  • Cd: Hombre Lobo? Grace/Wastelands? The Cribs met Johnny Marr? Het is nog nooit zo moeilijk geweest om de eeuwigheidswaarde van muziek in te schatten. Alleen Roosbeef zal hier de volgende jaren nog regelmatig opstaan. Roosbeef wel.
  • Film: een heel jaar lang ging het gelijk op tussen Frost/Nixon en  The Wrestler, maar toen zag ik The boat that rocked op betaaltelevisie in een Franse hotelkamer. Zo kan iedereen het halen, natuurlijk.
  • Theater: dankzij Joke Schauvliege is de keuze nog nooit zo groot geweest als dit jaar, ook al draaiden alle stukken rond hetzelfde onderwerp. MARS! stak er met kop en schouders bovenuit.
  • Concert: mooiste ontdekking: Wolf. Meest onverwachte uitblinker: Maxïmo Park. Voor de geschiedenisboeken: Morrissey. Meeste plezier bij: De Heideroosjes. Buiten categorie: Peter Doherty in Lokeren.
  • Televisie: een overbodige vraag wanneer er een nieuw seizoen van Peep Show is uitgezonden. Alhoewel, die documentaires van Belga Sport waren ook fantastisch. En ik hou niet eens zo van sport.
  • Werk: Het Laatste Uur werd afgevoerd, maar Dievel viste mij op en gaf mij een column. Ik heet nu officieel San F. Yezerskiy en geld stroomt binnen en weer buiten. In 2010 ga ik pas écht mooie dingen maken.
  • Herinnering: A Sunday smile, en Tijs.

Hoe zongen Acda & De Munnik dat? “Dit jaar was zo simpel, lief. Niemand ging er dood, jij kwam.” Acda & De Munnik zijn zeveraars. Wie dit jaar kwam, ging meteen weer weg, en iedereen ging dood. Zoveel mensen stierven er, dat niemand zich in december de voorjaarsdoden nog herinnert. Zoals Martin Bril, die mij misschien niet leren schrijven heeft, maar wel leren kijken.  Ik hoop dat er nog wat te zien valt, waar hij nu ook is.

Terwijl ze zong over vrij zijn, ooit.

Schrijf maar eens een kerstboodschap, stelden ze voor. Alsof ik de juiste persoon ben om woorden van hoop te spreken terwijl de wereld in brand staat. Hoe de koning het voor elkaar krijgt, is mij een raadsel. Misschien leest de koning geen kranten. Misschien luistert de koning elke dag naar Siska Schoeters.

Doembeelden.

Ik heb mij een beetje laten gaan en dat spijt me. Om het goed te maken wordt dit mijn laatste column vóór Driekoningen. Dat betekent niet dat ik het de komende weken gezellig maak, wel dat ik al mijn tijd in iets groters zal stoppen. Daarover later meer. Ik zal u niet teleurstellen, behalve door u niet graag genoeg te zien.